vrijdag 28 maart 2014

Annihilator - Muziek om nooit te vergeten: Week 13

Het idee is om eerst de link aan te klikken en daarna het blog te lezen zodat de combinatie muziek en tekst goed over kan komen.

Annihilator - Alison Hell
(klik hier voor de muziek)


Tijd voor weer een wat pittiger muziek staaltje. Hoewel Annihilator bekend staat als een band, is het eigenlijk het brein van gitarist Jeff Waters dat hierachter zit. Deze in 1966 in Ottawa Canada maar tegenwoordig in Vancouver gebaseerde gitaar-gigant verzamelt voor elk album muzikanten om zich heen die (live) kunnen uitvoeren wat hij in gedachten heeft. In 1984 nam Waters samen met zanger John Bates het nummer Annihilator op waarna alle verdere opnames onder de Annihilator vlag kwamen. Dit resulteerde o.a. in een demo in 1986 die de titel "Phantasmagoria" mee kreeg en welke na de demo's van Metallica en Megadeth op de derde plek staat van meest geruilde demo's. Hierdoor kreeg de band uiteindelijk een record-deal en zo volgde in 1989 het echte debuut "Alice in Hell".


Waters was verhuisd naar Vancouver en zocht daar nieuwe muzikanten om zich heen. Hij vond naast een drummer, bassist en tweede gitarist een zanger in de ex-D.O.A. bassist Randy Rampage. Blikvanger van dit album was het nummer "Alison Hell". Vooral het technische en snelle spel van Waters viel op en dit afgewisseld met trash-riffs maakt het allemaal toch anders dan de reguliere trash-metal bands. De band tourde als voorprogramma van o.a. Testament en kreeg goede reacties.



Na deze tour hield Randy Rampage het voor gezien. Hij koos ervoor om weer zijn werk op te pakken in de havens van Vancouver. Jeff Waters vond in zijn zoektocht naar een nieuwe zanger de oud Omen zanger Coburn Pharr. Technisch een veel betere zanger dan Rampage en in mijn ogen ook de beste Annihilator zanger uit de geschiedenis. Het album dat volgde kreeg de titel "Never Neverland" mee en overtrof qua verkoopcijfers het debuut. Drummer en bassist waren dezelfde als op het debuut. De band kwam ook naar Nederland. Eerst als headliner in de Melkweg en later in een show samen met Pantera en Judas Priest waarbij Annihilator de midden-act was. Ze kwamen naar Arnhem (de Rijnhal) en ik besloot om ook daar te gaan kijken. Aangezien ik niks had (en heb) met Judas Priest ben ik na Annihilator vertrokken wat de aanwezige security niet echt kon begrijpen.

In 1993 volgde het derde album met opnieuw een nieuwe zanger. Aaron Randall nam de vocalen voor zijn rekening en afgezien van het geniale nummer "Brain Dance" was dit album eigenlijk een flop. Ook platenmaatschappij Roadrunner zag dit in en Annihilator kreeg geen nieuw contract. Hierna ben ik ze eigenlijk een beetje uit het oog verloren. Uiteraard hoorde ik nog wel af en toe een nummer voorbij komen, maar niks klonk meer zo verrassend en geweldig als de eerste twee albums. Neemt niet weg dat ik altijd een zwak voor Jeff Waters en Annihilator zal houden en "Alison Hell" een klassieker in zijn/haar genre zal blijven.


Toch zijn er nog wel wat grappige feitjes in de jaren daarna voorbij gekomen


- Voor het album "King of the kill" uit 1994 besloot Jeff Waters om naast uitsluitend een drummer verder geen muzikanten in te huren. Hij speelt zelf alle overige instrumenten en durfde voor het eerst ook zelf te zingen.
- In 1999 volgde er een "Alice in Hell-line-up reunie". Iedereen behalve de bassist (die met gezondheidsproblemen kampte), kwam terug op het oude nest. Hiermee werd het album "Criteria for a black widow" uitgebracht en er volgde een uitgebreide tour. Na deze tour werd zanger Randy Rampage eruit geknikkerd wegens herhaaldelijk onacceptabel gedrag.
- Sinds 2002 heeft Waters besloten om uitsluitend een zanger vast op de "Annihilator loonlijst" te zetten (Dave Padden) en verder voor het touren te kijken welke muzikanten er beschikbaar zijn. Dave Padden heeft zich inmiddels ook ontwikkeld als slag-gitarist waardoor Waters deze ook niet meer hoeft te zoeken.

Deze zomer staat Annihilator trouwens op het Dokkem Open Air festival in Friesland.

Links:
officiele website Annihator: http://www.annihilatormetal.com/
Dokkem Open Air: http://www.dokkemopenair.eu/

vrijdag 21 maart 2014

Sigur Rós - Muziek om nooit te vergeten: Week 12

Het idee is om eerst de link met het muziekfragment aan te klikken (opent in een nieuw venster) en dan het verhaal te lezen zodat je helemaal in de muziek zit.

Sigur Rós - Svefn-g-englar
(klik hier voor de muziek na eerst irritante advertentie)

Nog een nummer dat altijd hoog in mijn best songs allertijden lijstje staat is deze van de IJslandse band Sigur Rós. In de link staat een prachtige live versie uit 2001. Maar het origineel is afkomstig van het tweede album van de band "Ágaetis byrjun" (NL = een goed begin) uit 1999. Ik leerde deze band kennen via een vriend die mij jaloers maakte dat hij een waanzinnige band gezien had in de Melkweg die ik ook wel goed zou vinden. In die tijd had ik mijn CD-winkel nog dus ik bestelde het album en was gelijk verkocht. Wat een fantastisch album. Zanger/gitarist Jónsi maakt gebruik van falsetto (kopstem) en zingt in een combinatie van IJslands en een eigen verzonnen taal (geluiden). Het wordt ook wel "Hopelandic" of "Hooplands" genoemd. Dit in combinatie met het gitaar spelen met een strijkstok zorgt voor het aparte en unieke geluid.

Ik kon niet wachten om ze ook een keer live te zien, maar moest toch nog een aardig tijdje wachten. In 2002 kwam het album ( ) uit en ik besloot om dit groot aan te pakken in mijn winkel. Ik had goede contacten bij de platenmaatschappij PIAS die het uitbrachten. Ik vroeg om posters en ander promo-materiaal en zorgde voor een complete Sigur Rós etalage. Compleet met nepsneeuw zag het er prachtig uit. Het album zelf was ook geniaal. Deze draaide ik veel in de winkel waardoor het complete plaatje goed werkte. De cd's waren niet aan te slepen en op een gegeven moment kreeg ik een berichtje van PIAS dat ik één van de best verkopende winkels in Nederland was voor wat betreft Sigur Rós. Ze stuurden een vertegenwoordiger langs die toch wel eens wilde kijken hoe het er aan toe ging. Zijn mond viel wagenwijd open toen hij mijn winkel binnen kwam. Een oppervlakte van ca. 40 m² in een dorp en dan meer Sigur Rós verkopen dan cd-winkels met enorme oppervlaktes in grote steden. Dat vonden ze wel een unieke prestatie.

De tracks van het album hadden in eerste instantie ook geen titels. Uiteindelijk heeft de band op haar eigen website wel de werktitels van de nummers onthuld waardoor ze toch een titel kregen. Het zingen in Hopelandic zorgt ervoor dat iedereen een eigen beeld en verhaal krijgt bij de nummers. Ondertussen bleef ik de tour in de gaten houden en na een Europese tour als support van Radiohead kwamen ze uiteindelijk ook op eigen kracht terug naar Amsterdam. Paradiso deze keer. Het was zwaar kippenvel. Wat een belevenis. Niet alleen het geluid, maar de complete aankleding met licht en beelden was van een ongekende klasse.

Sigur Rós werd inmiddels groter en groter. Ook vanuit onverwachte hoek kwamen positieve berichten. George Bush bekende namelijk ook dat hij een liefhebber van de band was. Niet echt iets om trots op te zijn misschien. Na ( ) en een intensieve tour volgde het album "Takk..." Daarop staat het prachtige "Hoppípolla". Dit nummer werd ook door de BBC ontdekt, want het kwam regelmatig voorbij tijdens voorstukjes van diverse natuurprogramma's. Het is inmiddels mijn muziek geworden die mij 's ochtends wakker maakt als ik van de wekker wakker moet worden. Na het uitbrengen van "Takk..." werd ook intensief getoerd en zag ik de band in Paradiso en 013. Beide keren opnieuw
magisch. Door dit intensieve touren en doordat de band vond dat ze iets voor IJsland en het IJslandse volk moesten doen, besloten ze bij terugkomst een lokale tour te plannen. Dit zou volledig gefilmd worden en worden uitgebracht op DVD. Het werd het project "Heima" (Thuis). Een prachtig project en DVD want hier is de band te zien in buitenlucht optredens op voor hun speciale plekken op het prachtige IJsland. Zo zie je fantastisch natuurschoon met de mooie geluiden van Sigur Rós erbij. Dit alles gratis toegankelijk voor de lokale bevolking.

Gelukkig had ik de kans om Sigur Rós nog één keer te zien in Paradiso, want daarna zijn ze alleen nog maar in de veel te grote HMH geweest. Het laatste album dat uitgekomen is, heet "Kveikur" uit 2013. Het is een wat harder album in vergelijking met haar voorgangers. Sigur Rós is inmiddels uitgedund tot een trio, al zijn er altijd bijdrages van gastmuzikanten. Mocht je je aangetrokken voelen na dit verhaal, ga dan zeker eens uitgebreid zitten voor de DVD "Heima". Tip, maak de kamer lekker donker, kaarsje erbij en een lekker drankje. En dan wordt je helemaal opgezogen door prachtige beelden en fantastische muziek.



Links:
Officiële Engelse website van de band: http://www.sigur-ros.co.uk/
De officiële videoclip van het nummer met de dansgroep Perlan Theatre Group, wat allemaal mensen zijn met het down syndroom: https://www.youtube.com/watch?v=Xow2gnVTUjs

vrijdag 14 maart 2014

Temple of the Dog - Muziek om nooit te vergeten: Week 11

Het idee is om eerst de link aan te klikken (opent in een nieuw venster) en dan het blog te lezen. Dan kun je de muziek helemaal in je opnemen.

Temple of the Dog - Hunger strike
(klik hier voor de muziek, sorry voor de irritante reclame vooraf)

Het gekozen muziekfragment is dan wel van Temple of the Dog, maar ik wil het eigenlijk meer over Pearl Jam hebben. Dit is niet zo heel gek want alle muziek-kenners weten dat Temple of the Dog de overgangsperiode was waarin de band Mother Love Bone na het overlijden van zanger Andrew Wood transformeerde in Pearl Jam. Het was een eerbetoon van Soundgarden zanger Chris Cornell die daarvoor zijn Soungarden maatje en drummer Matt Cameron had ingeschakeld om samen met Mother Love Bone leden Stone Gossard (gitaar) en Jeff Ament (bas) een album op te nemen. Ondertussen was er ook al contact gelegd met Eddie Vedder die daardoor op "Hunger strike" ook zijn aandeel had en Stone en Jeff haden ook gitarist Mike McCready uitgenodigd. Na dit project gingen Matt en Chris terug naar Soundgarden en de overige leden gingen door als Pearl Jam (met aanvulling van drummer Dave Krusen die het niet lang vol hield, maar wel drumt op het album "Ten"). Drummers hebben het nooit lang volgehouden bij Pearl Jam trouwens, tot in 1998 Matt Cameron weer opdook na het uiteenvallen van Soundgarden. Hij is nu de langstzittende drummer bij Pearl Jam. Maar om terug te komen op Hunger strike: achter dit nummer zit voor mij persoonlijk ook een mooi verhaal.

We schrijven 4 maart 1992. Ik heb kaarten voor een "nieuwe" band die Tivoli in Utrecht aan doet. Ze hebben net een debuutalbum uit met de titel "Ten" en ze beginnen een beetje bekendheid te krijgen. Ze worden in één adem genoemd met stadgenoten Nirvana, al vind ik zelf de muziek van Pearl Jam iets genuanceerder dan het werk van Nirvana. Het album "Ten" was voor mij zo een muzikale openbaring dat ik besloot er naar toe te gaan. In mijn enthousiasme kreeg ik ook nog enkele jonge Katwijkse muziekliefhebbers mee die dit ook wel eens live wilden zien.

Het voorprogramma was het Nederlandse City Pig Unit. Die zorgden voor een partij muzikaal geweld dat ik laatst nog één van de Katwijkers sprak en die mij wist te melden dat hij door die band een stuk gehoorbeschadiging heeft opgelopen. Wat een volume. Dit was gelukkig bij Pearl Jam wat anders. We hadden een prachtige plek gevonden op het balkon. En iedereen die het oude Tivoli nog kent weet dat er midden op het balkon een soort "huisje" stond waarin het licht en geluid bedient werd. Ik stond precies links van het "huisje", een mooiere plek op het balkon is er niet.

Eddie was erg in zijn nopjes. Stage-diven was nog niet verboden en hij hielp met man en macht publiek het podium op om te "diven". Normaal dook hij zelf af en toe het publiek in, maar deze keer niet omdat hij met de melding kwam dat hij die middag een nieuwe tattoo had laten zetten op zijn been. De band was in topvorm. Drummer in die tijd was Dave Abbruzzese. Hij was net aangetrokken en voelde zich als een vis in het water.

Tijdens Porch besloot Eddie om via de speakers het balkon op te klimmen. Daar balanceerde hij op de reling van het hek. Hij maakte een complete ronde inclusief een klim over het "huisje". Maar de stap van het "huisje" naar de reling daaronder was te groot dus gebaarde hij dat ik hem moest "aanpakken". Zo leunde hij vanaf het dak met zijn hand reikend naar mijn hand en kon ik hem opvangen zodat hij zijn weg kon vervolgen naar de andere kant van het balkon waar hij weer het podium op kon.

Eddie had het zo naar zijn zin dat hij als laatste toegift hij alleen terug kwam. Daar stond hij, zonder band. Hij besloot om een stuk "Hunger strike" volledig accapella te doen. Wat een prachtige uitvoering. Sinds dat moment is dat nummer voor mij nooit meer hetzelfde geweest en heb ik besloten om Pearl Jam niet meer live te gaan bekijken in een Gelredome of Ziggo dome want de herinnering die ik aan deze avond heb kan er alleen maar kapot door gaan. Na dit accapella stuk kwam de rest van de band er weer bij om "Garden" te spelen. Maar voor mij was de avond al een legendarische om nooit meer te vergeten. Dit optreden staat nog altijd in mijn top 5 allertijden....

Later dat jaar stond Pearl Jam op Pinkpop. Met de legendarische kraan-scene waar Eddie vanaf een camera-kraan het publiek in duikt. Hij is het optreden in Tivoli niet vergeten getuige zijn Tivoli t-shirt.

Links:
Hunger strike & Garden live in Tivoli 1992 (eerst reclame): http://www.youtube.com/watch?v=hnoPhe9p5M0
Interview+live footage Tivoli 1992: http://www.youtube.com/watch?v=qxZc_-uhIuU

vrijdag 7 maart 2014

The McCalmans - Muziek om nooit te vergeten: Week 10

Het idee is om eerst de link met de muziek aan te klikken (opent in een nieuw scherm) en dan het blog te lezen zodat je de muziek helemaal in je op kunt nemen.

the McCalmans - Portnahaven
(klik hier voor de muziek)


Een heel ander stukje muziek deze keer. The McCalmans is een Schots folk-trio dat al sinds 1964 muziek maakt. Oer-bandlid is Ian McCalman die in 1964 de band formeerde met Hamish Bayne en Derek Moffat. Ze werden vooral bekend door het enorme tourschema dat ze altijd hadden (o.a. intensief door Duitsland langs de vele Britse Legerkampen, maar ze werkten ook voor BBC Scotland televisie-series.

Zo kwamen ze ook een aantal keren in de Folkclub van het Soldaatje in Voorhout. En hier was het waar ik op een doordeweekse avond samen met mijn vrouw Lenneke, en vrienden Peur en Jaime kennis maakte met hun heerlijke muziek, de mooie samenzang en vooral de verhalen. Hamish Bayne was inmiddels vervangen door Nick Keir en de verhalen die tussen de nummers door werden verteld waren zeer de moeite waard. Zo ook het verhaal dat bij het nummer "Portnahaven" hoorde. Volgens Nick Keir was dit het mooiste plekje op aarde waardoor dit plekje een liedje verdiende. En na het horen van dit nummer en het verhaal waren we toch ook wel erg nieuwsgierig geworden.

Zomer 1996. Lenneke, Peur, Jaime en ik besluiten om met z'n viertjes op vakantie te gaan naar Schotland, en uiteraard zijn we de verhalen van the McCalmans niet vergeten. We besluiten om na een weekje Port Appin er nog drie dagen Islay aan vast te plakken en zoeken een guesthouse in Portnahaven. En eerlijk is eerlijk, er is geen woord aan gelogen. Alles zoals beschreven in het nummer is waar. De ferry van Kennacraig naar Islay is al een feest en het eiland zelf is een genot om te vertoeven. Het plaatsje Portnahaven is het meest westelijk gelegen plaatsje van het eiland en ligt aan de Atlantische Oceaan. Maar omdat er vlak voor de kust nog een klein eilandje ligt krijg je een soort van baai waardoor de zeehonden in het plaatsje voor de kust liggen. Uiteraard is er altijd een lekker verfrissend windje en veel natuurschoon.

Verder hoef je je op het eiland niet te vervelen want er zijn genoeg whisky distilleries. De meest bekende is Bowmore waar ook wij een prachtige rondleiding kregen welke afgesloten werd met een tasting van de meest lekkere whisky ooit. Als je bijna twee uur lang de geur van gestookte whisky in je neus hebt zitten en je uiteindelijk je lippen naar een glas mag laten gaan is het een genot om te proeven.

The McCalmans bleven toeren maar de klap voor de band was groot toen in 2001 Derek Moffat overleed aan kanker. Hij werd vervangen door Stephen Quigg maar in 2010 viel het doek omdat Ian McCalman besloot dat het intensieve tourschema hem niet meer lekker zat. Hij koos ervoor om full time achter de knoppen plaats te nemen in zijn eigen opname sturdio. In 2013 overleed Nick Keir aan kanker. Stephen Quigg speelt nog steeds live en doet veel McCalman nummers. In april van dit jaar kun je hem o.a. live bewonderen in Leeuwarden, 's Heerenberg en Oude-Niedorp.

Maar een ding is zeker: "If I had the time now, I would be leaving...."

Links:
McCalmans website: http://www.the-mccalmans.com/index.html
Stephan Quigg website: http://www.stephenquigg.com/index.html
Portnahaven foto's: http://www.islaygallery.com/v/portnahaven/