vrijdag 27 juni 2014

New Model Army - Muziek om nooit te vergeten: Week 26

Het idee is om de link met de muziek aan te klikken (opent in een nieuw venster) en dan tegelijkertijd het blog te lezen.

Week 26. We zijn precies halverwege het jaar en dus ook precies halverwege mijn wekelijkse muziekblog. Tijd voor iets speciaals. Een lang verhaal van een band die al meer dan dertig jaar mee gaat en vele ups en downs heeft gekend. De geschiedenis van mijn grote muzikale liefde allertijden: New Model Army.

New Model Army - Vanity
(klik hier voor de muziek)

New Model Army werd opgericht in 1980 in Bradford door zanger/gitarist Justin Sullivan (Slade the Leveller), bassist Stuart Morrow en drummer Phil Tomkins. In 1982 (drummer Tomkins was inmiddels vervangen door Rob Waddington) kregen ze de kans om (buiten de eigen regio) te spelen in Londen en daar zouden diverse platenbazen aanwezig zijn om kennis met ze te maken. Helaas keerden ze met lege handen terug naar Bradford. Rob Waddington werd ook vervangen en nu nam Robert Heaton de plek achter het drumstel in. Heaton was inval drummer bij Hawkwind. Toch kreeg NMA nu de kans om door het land te touren waarmee ze een flinke groep fans aan zich wisten te binden. Met hun punk-rock en politiek geladen teksten werden ze uitgenodigd door het London Lyceum waar veel punk concerten werden gegeven en NMA mocht dan het voorprogramma verzorgen. Dit betekende flink wat uren heen en weer rijden (Bradford-Londen is 350 km) voor een set van 25 minuten waar ze geen geld voor kregen. In 1983 kwam op een independent label de single "Bittersweet" vlak daarna gevolgd door "Great Expectations".

Begin 1984 werden ze door de producer van TV-programma "the Tube" (op dat moment het meest belangrijke live muziek programma op tv) gevraagd om een opengevallen gat te vullen. Hij had NMA live gezien en vroeg speciaal of ze het nummer "Vengeance" wilden spelen. Vlak voor de uitzending werd het toch te heet onder hun voeten en waren ze bang voor de reacties op de tekst waardoor NMA nog snel van song moest wisselen. Het maakte eigenlijk niks uit, want de band besloot om "Christian militia" te spelen en een stuk of 30 fans die in de studio waren creeerden een enorme chaos. Dit zorgde voor een enorme boost en NMA was niet langer meer een onbekende band. De zojuist uitgebrachte mini-LP "Vengeance" werd een succes en verdrong zelfs the Smiths van de eerste plek in de independent charts. Nu stonden de platenbobo's van de grote labels voor de deur te dringen.

NMA sloot een deal met EMI. In de deal waarin NMA "total artist control" eiste werd ook een regel opgenomen dat EMI een donatie moest doen aan het mijnwerkersfonds. In het Engeland van die tijd wat onder leiding stond van de rechtse partij van Thatcher was dit toch wel opzienbarend. De mijnwerkers stakingen vierden hoogtij en de concerten van NMA werden drukker en drukker bezocht, maar ook intenser qua sfeer. Het tweede album "No rest for the wicked" kwam uit bij EMI en ook een single "No rest" haalde de top 40. Een uitgebreide tour volgde en halverwege deze tour, een dag na een optreden in thuisstad Bradford, besloot de acrobatische bassist Stuart Morrow om de band te verlaten (op dezelfde dag dat een tribune van voetbalclub Bradford City tijdens een wedstrijd afbrandde en er 56 mensen omkwamen). Een enorme klap, want zijn manier van bas spelen was uniek voor het geluid van de band en dit gat leek niet zomaar in te vullen. Toch vond de band een vervanger in de 17-jarige Jason "Moose" Harris. Hij maakte zijn debuut op een benefiet voor de nabestaanden van de tragische brand.

De band was inmiddels ook in de USA getekend door Capitol records en er stond een USA tour op het programma. Maar de band kreeg geen visa om het land in te komen. De geruchten gaan dat dit te maken had met de politieke gedachten en uitlatingen van de band. Wel stonden ze op Glastonbury waar ze een fantastisch optreden neerzetten. Moose kwam zijn belofte na. Hij zou Stuart Morrow doen vergeten. Nou zal ik Stuart nooit vergeten (al heb ik hem nooit live kunnen zien), maar het basspel van Moose kwam toch flink in de buurt.

Het derde album volgde in 1986. "The ghost of Cain". Dit was ook het moment waarop ik instapte. De single van dat album was "51st state" en deze was regelmatig te zien op Music Box (een soort van voorloper van MTV). In mei 1987 zag ik NMA voor het eerst live. Dit was op een anti-apartheids-festival in Amersfoort. Hier speelden ze met o.a. Revelation time (met Ruud Gullit) en Little Steven. NMA had zelfs het nummer "Sun city" op de set staan en hierbij kregen ze assistentie van Little Steven op het podium.

In 1989 kwam het volgende album. "Thunder & consolation". Hierop kreeg de band medewerking van elektrisch violist Ed-Alleyne Johnson die ook tijdens de tour van de partij was. Deze tour ging door heel Europa en ook de USA. Maar het vroeg veel van de relatie tussen de bandleden. En na afloop van deze tour was het bassist Jason Harris die besloot om de band te verlaten. Harris werd vervangen door Nelson en de opnames van een nieuw album konden starten. Het werd "Impurity". Nog steeds met Ed-Alleyne Johnson aan boord werd het album toch iets meer rock dan het meer folky "Thunder & Consolation". Er ontstond ook wat meer onrust binnen de gelederen. Het boterde niet meer tussen NMA, het management bedrijf en de platenmaatschappij. Er werd besloten van beide afscheid te nemen. EMI werd afgesloten met een live album ("Raw Melody Men") en een verzamel album (History). De band verhuisde naar Epic (Sony) om ook wat meer voet aan wal te krijgen in de USA.

Het album dat volgde was "The love of hopeless causes". Een wat donkerder album. Dit had meerdere oorzaken. Politiek gezien liep het allemaal nog steeds niet goed. OK, Thatcher was inmiddels verdwenen maar haar conservatieve partij had opnieuw de verkiezingen gewonnen. Europa zat in een recessie en er zat een golf oorlog aan te komen. Persoonlijk had Justin ook een klap moeten overwinnen. Tijdens een concert in Zwitserland werd hij bijna levensgevaarlijk geelectrocuteerd wat hem niet in de koude kleren ging zitten. Ook de samenwerking met Epic bleek niet een succes. De band had flink wat eigen geld geïnvesteerd in een hele uitgebreide USA tour. Maar Epic sloot hier niet commercieel op aan en daarom viel zowel de plaatverkoop als de kaartverkoop flink tegen. De band besloot daarom dat het een korte samenwerking zou worden en dat het tijd was voor een jaar rust om de toekomst eens goed te plannen.

In dat jaar kon ieder zijn eigen ding doen. Justin tourde met vriend Dave Blomberg weer in kleine club-zaaltjes door Europa, Nelson vormde een eigen band (Nelson's column), Ed-Alleyne Johnson nam een solo album op en Robert Heaton besloot om de tijd bij zijn gezin door te brengen. Na dat jaar zouden Justin en Robert weer bij elkaar komen. Maar persoonlijke- en gezondheidsproblemen zorgden voor nog een langere pauze. Er werd ondertussen via opnames heen en weer van alles geprobeerd maar het bleek dat Justin en Robert muzikaal volledig uit elkaar gegroeid waren. Manager Tommy Tee nam uiteindelijk de leiding en zorgde ervoor dat er in 1998 toch een album zou komen met de titel "Strange brotherhood". Een groot deel van de teksten zijn door Justin geschreven met als achterliggende gedachte zijn aandeel in the British Road Protest Movement. Een organisatie die liever ziet dat huidige verouderde wegen aangepast worden dan de aanleg van nieuwe wegen. Tijdens het mixen van dit album besloten Justin en Robert dat ze hierna uit elkaar zouden gaan.

Vlak daarna werd bij Robert een hersentumor geconstateerd. Ondanks dat deze succesvol werd verwijderd werd een tour onmogelijk en werd zijn plek ingenomen door Michael Dean, de drumroadie sinds 1993. Justin en Tommy Tee hadden een heel plan uitgedacht in verband met de muzikale inkomsten die inmiddels veranderd waren door het internet tijdperk. Ze waren een eigen label gestart (Attack Attack) en voor al het werk (muzikaal en aanverwanten als artwork) werd totale eigendom geëist. Na de tour begon Justin direct met het schrijven van nieuw materiaal. Hij werd bijgestaan door Michael Dean en hij vond zijn inspiratie weer volledig terug. Er werd besloten om het in een eigen studio op te nemen en zelf achter de knoppen plaats te nemen. Total control. Het album kreeg de naam "Eight" mee en volgde in 2000 met er achteraan een uitgebreide tour.

In 2004 tijdens de opnames van het album "Carnival" kwam het vervelende nieuws dat oud-drummer Robert Heaton was overleden aan alvleesklier kanker. Uiteraard betekende dit veel voor Justin die flink wat jaren samen met hem gewerkt had en eigenlijk samen gezien konden worden als New Model Army. Maar de band ging door en tijdens de tour wisselden de leden nog wel eens van instrument (Nelson soms als drummer, toetsenist Dean soms als gitarist). Snel daarna volgde het album "High" en de band klonk meer en meer als een agressieve rockband. Opnieuw een tour en een live album ("Fuck Texas, sing for us") maar ook weer een tegenslag. Op 23 december 2008 overleed zeer onverwachts Tommy Tee. Hij was de grote organisator (tours, merchandising, techniek, platenlabel, website, financieel) bij New Model Army sinds 1982. Een grote klap.

Het duurde even voor de band zich na dit drama weer kon oppakken. Maar uiteindelijk doken ze de eigen studio in voor de opnames van "Today is a good day". Vlak daarna volgde in 2010 het 30-jarig bestaan waarvan de laatste twee shows in Londen werden uitgebracht op CD en DVD. Het was een hectisch jaar geweest en de band besloot weer een rustperiode aan te kondigen. Er werd af en toe een live optreden gedaan en nu was het bassist Nelson die besloot na 22 jaar de band te verlaten om privé redenen. Een paar dagen na het laatste optreden van Nelson in Amsterdam brak er een brand uit in de meubelzaak naast de opslag van de NMA apparatuur. Het verwoeste de complete studio apparatuur van de band net als de touring apparatuur maar ook flink wat archief materiaal. Er werd ook ondertussen auditie gedaan voor een nieuwe bassist en uiteindelijk werd Ceri Monger aangenomen. En uitgerekend op de avond na het eerste optreden van Ceri werden ook nog eens de meeste gitaren van de band uit de tourbus gestolen.

Maar opnieuw liet de band het er niet bij zitten en de opnames begonnen voor het 12e album "Between dog and wolf". Het album kwam uit in september 2013 en liet opnieuw een hongerige band zien die absoluut niet uitgeblust is. BBC filmproducer Matt Reid heeft de afgelopen periode allerlei opnames gemaakt over de band in dat jaar en er wordt verwacht dat dit in de loop van 2014 als film gaat uitkomen.

Persoonlijk heb ik eigenlijk in de loop der jaren geen echt gekke dingen meegemaakt met NMA. Ik kan wel zeggen dat dit veruit mijn meest geziene live-band is. Van de eerste keer in mei 1987 tot mijn tot nu toe laatste keer in december 2013 in de Melkweg (waar ze, en waarschijnlijk ik ook, in december 2014 weer staan) is elk optreden een belevenis op zich geweest. In 1987 nog als jong ventje Altijd weet de band te boeien en ze zorgen altijd weer voor een goed en positief gevoel als ik na afloop in mijn bed kruip.

Links:
"Purity" live 2003: https://www.youtube.com/watch?v=WVgnHaKi6h0
"I love the world" live 2003: https://www.youtube.com/watch?v=VGAbebWwGZc
"No rest" live Marquee 1985 (the great Stuart Morrow on bass): https://www.youtube.com/watch?v=KzjHbbXH2XE
"Heroin" live Marquee 1985 (the great Stuart Morrow on bass): https://www.youtube.com/watch?v=KRS-u51lpa0
"Ambition" live Marquee 1985 (the great Stuart Morrow on bass): https://www.youtube.com/watch?v=nBtbf2LQWdo

vrijdag 20 juni 2014

Lisa Germano - Muziek om nooit te vergeten: Week 25

Het idee is om de muziek te starten door erop te klikken (opent in een nieuw venster). Daarna kun je het blog lezen waardoor je beide tegelijk in je op kunt nemen.

Lisa Germano - Happiness
(klik hier voor de muziek)

Eerlijk is eerlijk, zoals jullie wel hebben kunnen merken in de voorgaande blogs zijn er weinig dames voorbij gekomen. Dat is absoluut niet bewust, maar als ik mijn muziek collectie bekijk komen er gewoon bar weinig vrouwen in voor. Ik heb ook geen idee waarom, maar op de een of andere manier trekt het mij gewoon minder. Dat geldt niet voor Lisa Germano. Zij is een vrouw die ik al heel lang bewonder.

Lisa werd op 27 juni 1958 geboren in een klein stadje in de staat Indiana. Haar ouders leerden Lisa en de andere vijf kinderen al op zeer jonge leeftijd muziek spelen. Op haar 7e schreef Lisa zelfs al haar eerste 15 minuten durende opera voor piano. Later stapte ze over op het viool spelen. In 1987 werd ze aangenomen in de band van John Cougar Mellencamp voor het "Lonesome Jubilee" album waarmee ik voor het eerst met haar kennis maakte. Zeven jaar lang maakte ze deel uit van de band en ondertussen was ze ook bezig met het schrijven van eigen werk. Haar solo-debuut kwam in eigen beheer uit in 1991. Hiermee trok ze de aandacht van Capitol Records waardoor ze een tweede album kon uitbrengen met de titel "Happiness" (1993). Helaas verliep dit niet zo soepel. Er was een grote verandering gaande binnen Capitol en de personen die Lisa getekend hadden waren inmiddels verdwenen. Hierdoor vermoedde zij dat het album niet de aandacht zou krijgen die het verdiende. Daarom vroeg zij om de rechten terug te kopen en ging ze op zoek naar een ander uitgever. Dit lukte bij het Britse 4AD die het weer uit konden brengen in de USA onder Warner.


Hierdoor zijn er van dit album dus twee versies. Een Capitol edition en een 4AD edition. Er staan ook een aantal andere tracks op beide uitvoeringen en sommige ook weer in andere versies. In de band die op het album meespeelt zitten op enkele tracks ook drummer Kenny Aronoff en bassist Toby Myers (uit de Mellencamp band).

Haar derde album volgde in 1994 ("Geek the girl"). Dit album kreeg wereldwijd goede recensies. Het nummer "...a psychopath" trok ook vooral aandacht doordat het nummer een waargebeurd telefoongesprek bevat van een vrouw die 911 belt omdat ze in haar huis wordt vastgehouden door een indringer. Een tour volgde en ook Amsterdam werd aangedaan. Ik zag haar in de "Sleep-in Arena". Een leuk klein zaaltje redelijk gevuld. Lisa deed waar ze voor gevraagd was. Ze leek echter onbereikbaar en erg in zichzelf gekeerd. Eigenlijk precies zoals ik me voorgesteld had want ook in de Mellencamp band stond ze altijd op de achtergrond. Haar muziek is ook al niet echt toegankelijk te noemen en ze geeft zelf ook toe dat haar toetreding tot de band van Mellencamp haar uit een bijna depressie haalde. In haar biografie is ook te lezen dat ze in 1970 al uit de cheerleaders op high-school werd gezet omdat ze niet lachte... Neemt niet weg dat het erg indrukwekkend was wat ze live liet zien.

Helaas heb ik haar daarna nooit meer live gezien. Toch volgen er nog steeds nieuwe albums (in 2013 nog het album "Elephants") en deze blijf ik kopen. De lijst van artiesten waarmee ze heeft getourd of samengewerkt is indrukwekkend (o.a. Johnny Marr, U2, David Bowie, Iggy Pop, Calexico, Simple Minds, Wilco) maar eentje wil ik er speciaal uit pikken. En dat is Eels. Want eigenlijk zie ik Lisa Germano als de vrouwelijke E. Ze doet waar ze zelf zin in heeft en heeft zo haar depressieve periodes die ze tot uiting laat komen in haar muziek. Net als bij Eels zijn haar CD's niet voor alle dagen geschikt. Deze moet je gewoon in je kast hebben staan en soms zijn er van die momenten dat je eventjes alleen wilt zijn en dan het liefst met de muziek van Lisa Germano.....


Links:
official website: http://www.lisagermano.com/
"Puppet" live in USA talkshow: https://www.youtube.com/watch?v=ND1YXWL18lw
"You make me wanna wear dreasses" videoclip: https://www.youtube.com/watch?v=ohldk_DzcLk
"Human wheels" acoustic John Mellencamp met Lisa op mandoline: https://www.youtube.com/watch?v=W_5_biYeAjg


vrijdag 13 juni 2014

Bruce Springsteen - Muziek om nooit te vergeten: Week 24

Het idee is om de link met het muziekfragment te starten (opent in een nieuw venster) en daarna het verhaal te lezen. Hierdoor kun je het tegelijkertijd in je opnemen.

Bruce Springsteen -Old Dan Tucker
(klik hier voor de muziek)

Over deze man valt natuurlijk heel veel te vertellen, maar aangezien het meeste al bekend is zal ik het in grote lijnen doen en vooral proberen te vertellen wat zijn muziek voor mij persoonlijk aantrekkelijk maakt. Hij mag nou eenmaal niet ontbreken en aangezien het gisteren precies 29 jaar geleden is dat ik hem live zag in de Kuip (niet echt mijn allereerste concert, maar ik beschouw dit toch eigenlijk als mijn echte eerste grote live ervaring) is dit een mooi moment voor een ode aan the Boss.

Toch eerst de gebruikelijke details. Bruce werd op 23 september 1949 geboren in New Jersey uit een vader met Nederlands/Ierse roots en een moeder van Italiaanse komaf. Na het zien van Elvis op TV kreeg hij op zijn zevende jaar een gitaar en hiermee zette hij zijn eerste stappen in de muziek. Eind jaren zestig vertoonde hij zich in verschillende bandjes en in 1972 tekende hij zijn eerste contract met een eigen band. De doorbraak volgde in 1975 met het album "Born to run" waarna hij ook kon gaan touren in Europa. Dit was allemaal ver voor mijn ervaringen met Bruce, al moet ik een grote pluim geven aan mijn zus Marion die mij toch ook wel een beetje muzikaal heeft groot gebracht. Zij was het die begin jaren '80 aankwam met de dubbel elpee "the River". Dit was voor mij de eerste kennismaking met the Boss.

In 1984 volgde het album "Born in the USA" met daarop de grote hits als "Dancing in the dark" en "I'm on fire". Vlak daarna had Bruce een prominente rol in de "We are the world" campagne wat ervoor zorgde dat hij een wereldwijde stadion-tour kon doen. Ook Rotterdam deed hij aan. Het was 12 juni 1985. Ik was 16 jaar, had in de ochtend nog mijn laatste schoolexamen gedaan en daarna ging ik met 6 meiden van dezelfde school met de trein naar de Kuip. We waren mooi op tijd dus snel het veld op en proberen zo ver mogelijk voor aan te komen. Dit lukte aardig, ik denk dat we zo'n beetje op rij 15-20 stonden. Bruce opende met "Born in the USA". Zoals we inmiddels van hem gewend zijn was hij niet te stoppen. Een show van ruim twee uur en alle krakers kwamen voorbij waaronder mijn toenmalige favorieten "Working on the highway", "Cadillac ranch" en "Bobby Jean". Ik kan me ook nog een moment herinneren dat hij op zijn knieën naar saxofonist Clarence Clemons gleed en hem vol op de mond zoende. Het was een fantastische show.

Na afloop richting de treinen die bomvol waren. Ik was voor het eerst bij zo'n groot evenement en het was allemaal nog voor het mobiele-telefoon-tijdperk. We wisten van tevoren al dat we niet met de bus meer vanuit Leiden naar Hillegom zouden kunnen, maar mijn vader had aangeboden om ons op te pikken vanaf het station in Leiden. Hij had een flinke station-wagen dus daar konden best zes meiden en één jongen in. Hij stond er ruim op tijd, maar onze trein wilde maar niet vertrekken en dus ook bij hem niet aankomen. Uiteindelijk was het de laatste trein die vanaf de Kuip vertrok. Rond 02.00 uur kwamen we aan en mijn vader was al aardig in paniek want we hadden nou eenmaal op geen enkele manier contact. Hij had een conducteur aangeklampt en die wist te melden dat dit echt de laatste trein was, dus als we daar niet in zaten, zouden we niet meer komen. Hij was zichtbaar opgelucht.

Met z'n allen werden we ingeladen, de laatste drie achterin de laadruimte van de auto en op naar Hillegom. De wagen lag erg laag bij de grond en trok uiteraard de aandacht van de politie die mijn vader prompt naar de kant van de weg dirigeerde. Na de gebruikelijke vraag "wat wij hier allemaal aan het doen zijn" vertelde mijn vader het verhaal van de treinvertraging, geen busverbinding en zeven jongelui die naar Hillegom moesten omdat ze bij Springsteen vandaan kwamen. Dat was genoeg. De agent had geen aandacht meer voor mijn vader, maar wilde alles over het concert weten, waarna we gewoon door mochten rijden.

De jaren daarna deed Bruce gewoon zijn ding: Muziek maken. Toch was hij qua aandacht wel een beetje over zijn hoogtepunt heen maar hij bleef een enorme trouwe groep fans houden die hem constant volgde. Voor mij persoonlijk kwam het muzikale hoogtepunt toch echt als een verrassing in 2006 met zijn 14e (!) album "We shall overcome - The Seeger sessions". Een beetje vreemd misschien dat deze geweldige songschrijver voor mij het beste album maakt die vol staat met covers. Het gaat mij vooral om het plezier dat dit album uitstraalt. Met een 13-persoons tellende band spelen ze allemaal traditionals welke bekend werden gemaakt door bijvoorbeeld Pete Seeger en Woody Guthrie (daar is hij weer).

Daarop volgend ging Springsteen opnieuw touren en daar ligt mijn grootste teleurstelling. Hij deed namelijk met deze volledige band ook Ahoy' in Rotterdam aan. En dit is nou precies waar ik enorm van mezelf baal. Want soms ben ik gewoon te eigenwijs. Ahoy' is namelijk niet echt een fraaie concertzaal. Op Marillion na in 1987 zijn alle andere concerten die ik daar gezien heb teleurstellend geweest en dit kwam vooral door het beroerde geluid. Daarom liet ik het schieten en daar heb ik tot op de dag van vandaag spijt van. Goed, hij deed ook nog de bierhal aan in Amsterdam. Maar ook daar heb ik eigenlijk (misschien op Mumford & Sons, die een ruime voldoende haalden, na) ook nog nooit iets gezien (of eigenlijk gehoord) wat me positief is bijgebleven. Dat zou een absolute droom zijn om Bruce live te zien met die geweldige 13-koppige band.... Gelukkig kwamen er nog wel DVD's en Blue Ray discs uit van deze tour en de Blue Ray "Live in Dublin" is prominent aanwezig in mijn speler.

De man is "still performing" en zijn populariteit in Nederland steeg weer tot enorme hoogte in 2009 en 2012 met zijn bezoeken aan PinkPop. Daarop toonde hij nog steeds vol energie te zitten en dat zijn shows nog altijd geweldig zijn. Op de foto hiernaast een zichtbaar genietende Pete Seeger die trots was dat Bruce de nummers die hij groot had gemaakt opnieuw aandacht gaf. Helaas heb ik op you-tube niet de link kunnen vinden van de volledige documentaire "Bruce Springsteen & I" waarin fans over hem vertellen en wat ze hebben meegemaakt. Deze is wel regelmatig te zien op de digitale documentaire kanalen op je tv en ook BBC 4 heeft hem regelmatig uitgezonden. Een absolute aanrader. Bruce Springsteen: deze man is niet kapot te krijgen en is een grote muzikale held die absoluut nooit vergeten mag worden....

Links:
Official website: http://brucespringsteen.net/
Volledig Seeger Sessions concert: https://www.youtube.com/watch?v=t1AuE-LoRe4
Live PinkPop 2012: https://www.youtube.com/watch?v=oCl1G3iTxqo
"Hungry heart" feat. Mumford & Sons op PinkPop: https://www.youtube.com/watch?v=LNsrRseQG80


vrijdag 6 juni 2014

Danzig - Muziek om nooit te vergeten: Week 23

Het idee is om de link met de muziek aan te klikken (opent in een nieuw venster) en dan terwijl de muziek speelt het bijbehorende verhaal te lezen. Zo kun je allebei tegelijk in je opnemen.

Danzig - I'm the one
(klik hier voor de muziek)

Danzig is een band uit New Jersey USA rond voorman Glenn Danzig. Deze voormalig zanger van the Misfits en Samhain werd opgepikt door Rick Rubin. Bij een optreden van Samhain was Rubin aanwezig in de zaal op zoek naar nieuw muzikaal talent voor zijn Def American label. Hij besloot om Glenn te tekenen als zanger voor een nieuw te vormen supergroep. Glenn ging alleen akkoord als bassist Eeri Von ook mocht tekenen. Uiteindelijk haakten ook gitarist John Christ en drummer Chuck Biscuits aan.

De muziekstijl werd gewijzigd naar een beetje bluesy rock en dit alles met de Jim Morrison-achtige stem van Glenn Danzig eroverheen. Het debuut album "Danzig" verscheen in 1988 met daarop direct (toen nog redelijk onbekende) klassiekers als "Mother" en "Twist of Cain". De band flirtte ook met doom, occult en horror zoals ze dit ook al deden met de eerdere bands van Glenn, waardoor er toch altijd een vreemde waas om Danzig hing.

Het tweede album "Danzig II-Lucifuge" (1990) staat tot op de dag van vandaag nog steeds bekend als één van de beste albums uit het blues/rock genre. Werkelijk niet één slecht nummer op dit album. Glenn heeft aangegeven voor dit album te zijn geinspireerd te zijn door Howlin' Wolf en Robert Johnson die in hun tijd ook werden gezien als "muzikanten die duivelse muziek speelden". Het gekozen nummer "I'm the one" was al eerder geschreven (ten tijde van het eerste album), maar de band besloot dit nummer te bewaren voor een album waar het beter op paste.

In 1992 volgde "Danzig III-How the Gods kill". Opnieuw een nieuwe richting. Deze keer wat meer doom en zeer dominant aanwezige gitaar-riffs. Ook een prachtig album met ook een fantastisch ingetogen nummer "Sistinas". De band had ook een constante line-up wat noemenswaardig is gezien het niet al te makkelijke karakter van Glenn. Op 22 september van dat jaar zag ik ze in Paradiso. Opvallend was dat iedereen bij ingang werd gefouilleerd op het bezit van camera's. Paradiso heeft namelijk een balkon en het gerucht ging dat Glenn absoluut geen foto's van bovenaf genomen wil hebben in verband met zijn dunner wordende haar. Ook zag ik voor het eerst dranghekken op een paar meter van het podium. Een ander opvallend ding was het drumpodium. Chuck Biscuits zat ongeveer op gelijke hoogte als de mensen op het balkon. Het optreden zelf stond als een huis. Voor mij nog altijd het beste qua geluid in het moeilijk goed te versterken Paradiso. Het stond helemaal perfect en Glenn was ook in topvorm.

Helaas waren dit ook de hoogtijdagen van de band. Er volgde een EP met live tracks waaronder "Mother" die een hoge rotatie kreeg op MTV. Daarop volgde Danzig 4 waarop de band een beetje doorsloeg. Er werd geëxperimenteerd met gitaar-tracks die achterstevoren werden opgenomen, verborgen Satanische teksten etc. Eigenlijk een project dat de plank volledig missloeg. Het zorgde ook gelijk voor onrust in de tent. De band viel uit elkaar en ook de relatie met Rick Rubin liep hoog op. Er volgden rechtzaken betreffende onuitgebracht materiaal en de mate van produceren (of het minimale daarvan) dat Rubin gedaan zou hebben voor de uitgebrachte albums waardoor de band meer royalties eiste. In de zoektocht van Glenn naar nieuwe muzikanten schijnt het dat voormalig Nirvana drummer Dave Grohl een aanbod af had geslagen waarna Joey Castillo (later Queens of the Stone Age) de plek op de drumkruk innam. Verder bleef de bezetting wisselen met o.a. Alice in Chains gitarist Jerry Cantrell, Prong gitarist Tommy Victor en Type O Negative gitarist Kenny Hickey die allemaal een periode in de band hebben gezeten.


Tot op de dag van vandaag is de band nog steeds actief. Er volgen ook steeds nieuwe albums maar zoals zo vaak zullen ze de eerste drie nooit meer overtreffen. Johnny Cash nam voor zijn American Recordings ook een Danzig nummer op "Thirteen". Deze werd in de Danzig uitvoering ook nog gebruikt voor de film "the Hangover". Ook schreef hij samen met Roy Orbison het nummer "Life fades away" voor het Roy Orbison album "King of hearts"


Hoe dan ook, die avond in Paradiso was er opnieuw eentje die hoog op mijn lijstje staat. Een band in absolute topvorm en in de meest geniale bezetting.

Links:
Official website: http://www.danzig-verotik.com/
Metallica/Danzig live: https://www.youtube.com/watch?v=7rrm-77tsfk
Danzig live Pinkpop 1995 "Dirty black summer": https://www.youtube.com/watch?v=2-puGzbFMRc