vrijdag 28 februari 2014

The Damned - Muziek op nooit te vergeten: Week 9

Het idee is om eerst de muziek te starten (opent in een ander venster) en daarna het blog te lezen zodat je helemaal in de muziek zit.


The Damned - Curtain call
(klik hier voor de muziek)


Tijd genoeg om dit verhaal te lezen, want dit fantastische nummer duurt 17.19 min. Het is weliswaar niet representatief voor de rest van het werk van the Damned (meer van de korte punk nummers), maar ik zie dit nog altijd als een van de beste nummers ooit en het staat vast in mijn top 5 allertijden (vaak op nummer 1).

In 1976 al ontstond deze band en ze waren één van de oprichters van de Britse punk scene samen met the Sex Pistols. In de loop der jaren was het een komen en gaan van diverse bandleden (waaronder zelfs Lemmy van Motorhead, Jon Moss van Culture Club en later nog Patricia Morrison van Sisters of Mercy), maar de vaste kern zijn toch wel zanger David Vanian, Captain Sensible, Rat Scabies. De band bracht haar eerste platen uit op het legendarische Britse Stiff label en ze waren de eerste Britse punkband die de oversteek waagde naar de USA voor een tour. Volgens de eigenaar van de LA-punk club the Masque was het snelle tempo waarin the Damned speelde van grote invloed op de later ontstane West Coast Hardcore Punk.

Na de punkperiode in begin jaren '80 besloot de band een wat meer duistere kant in te slaan. Zanger Dave Vanian had na zanglessen een meer croonerige theaterstem gekregen. Ze verrasten vriend en vijand met de release van het dubbel LP "the Black Album" met daarop dit nummer "Curtain Call" als volledige kant 3. Toch was dit toch niet een echte doorbraak en bleef de band underground. Er volgde nog een tv optreden in de populaire tv-serie the Young Ones maar het duurde echt tot halverwege de jaren '80 voor de volgende stap. Deze stap was het uit de band stappen van Captain Sensible (die scoorde solo een grote hit met "Wot!") waardoor Dave Vanian de leading role op zich nam en zich op het podium meer ging vertonen als een Vampier. Het bijbehorende album was "Phantasmagoria" en de singles "Grimly Fiendish" en "Shadow of love" kregen flink wat airplay. Maar het was uiteraard een cover die voor het grootste succes zorgde. Niet op het album, maar uitsluitend als single werd in 1986 de cover van Barry Ryan's "Eloise" uitgebracht. Het reikte tot no.3 in de UK charts en is tot op heden het grootste succes van de band.

Zo zijn er van die momenten die je je hele leven zult herinneren. Waar en met wie gaf je je eerste zoen, waar dronk je voor het eerst je biertje etc. Zo is dat voor mij: Wanneer kwam ik voor de aller eerste keer in Paradiso Amsterdam. Het was 1986. The Damned had net de opvolger van "Phantasmagoria" uit. Het album was getiteld "Anything" en ze kwamen naar Paradiso. Ik was nog onervaren wat betreft voorverkoop maar hoorde altijd grote verhalen over nachtelijke avonturen voor het VVV-kantoor, en ik wilde niet misgrijpen. Dus stond ik om 05.00 uur voor de deur van het VVV-Lisse (Hillegom had geen kantoor) voor de voorverkoop van the Damned. Uiteraard was ik tot de tent openging de enige, maar ik had in ieder geval de kaarten. Het concert staat me nog op het netvlies. De band was in topvorm. Vanian goed bij stem en hij liep inderdaad als Graaf Dracula over het podium. Helaas werd "Curtain Call" niet gespeeld, maar voor altijd zal mij bijblijven dat dit mijn eerste live optreden was in de muziektempel Paradiso. Not bad at all! Enkele weken later dook het nummer "Indulce Decorum" ineens op in de televisieserie Miami Vice en het belandde zelfs op de veel verkochte soundtrack van de tv-serie.

Eind jaren '80 viel de band uit elkaar. Dave Vanian bracht met the Phantom Chords nog een geweldige rockabilly-horror plaat uit. Toch werd de roep om een reunie in de jaren '90 groot. Zeker nadat Guns n' Roses en the Offspring nummers van the Damned coverden op hun eigen cd's. In 1993 werd een voorzichtige reünie gestart met o.a. oud New Model Army bassist Moose in de gelederen. Het duurde tot 1996 voor ook Captain Sensible zich weer aansloot bij zijn oude punk-maatjes. En sinds dien wordt de band overal groots onthaalt als echte punk-legends. Ze mochten mee op tour als support van Motorhead en in 2012 maakten ze zelfs de oversteek naar Zuid-Amerika met optredens in Brazilië en Argentinië. Dus eigenlijk kunnen we wel stellen dat de band groter is dan ooit... Op 22 maart 2014 staan ze in de Melkweg, Amsterdam....

Links:
de officiële website: http://www.officialdamned.com/
de cover Eloise live met Liverpool Philharmonic Orchestra: http://www.youtube.com/watch?v=hPURt3YiIeo 
Captain Sensible's solo hit: http://www.youtube.com/watch?v=o9Gj8earX_w

vrijdag 21 februari 2014

Wargasm - Muziek om nooit te vergeten: Week 8

Het idee is om eerst de link met de muziek te openen (opent in een ander scherm) en dan het blog te lezen zodat je de muziek helemaal in je op kunt nemen.

Wargasm - Undead
(klik hier voor de muziek)

Deze week een wat pittiger gerecht. Soms heb je wel eens van die momenten dat je bij de platenboer
een hoesje pakt waarvan je denkt: "wat is dit?". Dit had ik ook in 1988 toen ik bij Plato Leiden liep en uit de bak een cd pakte van Wargasm met de titel "Why play around?". Ik besloot om het ongehoord aan te schaffen en het bleek een schot in de roos. Geweldige trash-metal van een onbekend drietal uit Boston. Dit alles met een luguber sausje waardoor het nogal obscuur over kwam.

Een aantal maanden later kwam Wargasm naar Nederland voor een tour in het voorprogramma van Biohazard. Zo deden ze ook (het nog oude) Scum in Katwijk aan waardoor ze wel erg dicht in de buurt kwamen. Wij gingen er met een groepje heen en in de matig gevulde zaal speelde Wargasm de eerste noten van het album. Tussen twee nummers door kon ik het weer niet laten om mijn favoriete nummer van het album "Undead" te schreeuwen. Wat er toen gebeurde zal ik nooit vergeten. De blik van bassist/zanger Bob Mayo toen hij dit hoorde. Hij keek de andere twee bandleden aan met zijn mond wagenwijd open. Hij stamelde "do you know our songs?" Dit hadden ze blijkbaar nog niet meegemaakt in Europa. Uiteraard speelden ze "Undead" net als de rest van het album, want meer was er nog niet.

Na afloop kwamen ze uiteraard naar ons toe en namen ons mee naar het café gedeelte van Scum. Van Biohazard hebben we die avond niks meer gezien. De band vroeg of we zin hadden om de volgende dag ook naar een volgend optreden te komen. Ze speelden namelijk de dag erna in 't Beest in Goes. En jong en onwetend als we waren zeiden we direct ja. De volgende dag dus met een enorme kater een dikke twee uur in een snikhete auto naar Goes voor een optreden van 35 minuten. We wisselden elkaars gegevens uit (ook nog jong en over enthousiast) waardoor mijn onwetende en niet Engels sprekende ouders een aantal weken daarna werden gebeld door ene Richie Spillberg uit Amerika die Nick wilde spreken...

Het bleef een aantal jaren stil. Er was geen nieuw platencontract en de band bracht wat demo's uit. In 1993 kwamen ze uiteindelijk met een album "Ugly". Uitgebracht bij het Massacre label. Opnieuw een lekker snel album. Vlak daarna een EP-tje met de titel "Fireball". Inderdaad een cover van Deep Purple en ook de hoes van Deep Purple werd gecovered. Verder op deze EP een aantal live tracks. Na het daarop volgende album"Suicide notes" in 1995 was het gedaan met de band. En zoals wel vaker gebeurt werd toen het talent van de band ontdekt en is het debuut album "Why play around?" nog steeds een veel gezochte cd in de metal scene. De band heeft een mooie facebook pagina met vooral veel materiaal (foto's en verhalen) uit het verleden. Mooi om weer terug te zien.

Links:
Facebook pagina: https://www.facebook.com/WARGASMwpa?fref=ts
Een mooie review van het debuut album: http://www.metalfan.nl/reviews.php?id=7951

vrijdag 14 februari 2014

The Housemartins - Muziek om nooit te vergeten: Week 7

Het idee is om eerst de link aan te klikken waarna de muziek opent in een ander venster. Daarna kun je met de muziek op de achtergrond het blog lezen waardoor je het helemaal in je op kunt nemen.

The Housemartins - Sheep
(klik hier voor de muziek/clip)

In het volgende blog wil ik een diepe buiging maken voor Paul Heaton, zanger van the Housemartins en later the Beautiful South. Ik heb voor het nummer "Sheep" gekozen omdat dit het nummer is waarmee ik kennis maakte met the Housemartins, destijds op Music Box. Daarna volgden de hits als "Happy hour" en "Caravan of love", maar dit was het nummer dat in 1986 mijn interesse wekte. Natuurlijk bestond de band niet alleen uit Paul Heaton, maar omdat hij (samen met latere Housemartin Dave Hemingway verder ging in het ook geniale Beautiful South) wil ik hem eruit lichten.

Heaton werd geboren in 1962 en groeide op in Sheffield. Hij was een enorme voetballiefhebber en ondanks dat zijn vader en broer supporters waren van Sheffield Wednesday koos de recalcitrante Heaton ervoor om supporter te worden van Sheffield United. In zijn pubertijd verhuisde de familie naar Surrey en daar vormde hij samen met zijn broer Adrian zijn eerste band. Maar hij bleef een beetje rondzwerven en na een periode Duitsland, kwam Heaton uiteindelijk begin jaren '80 in Hull terecht waar hij the Housemartins formeerde.

De band bestond uit Paul Heaton (zang), Stan Cullimore (gitaar), Ted Key (bas) en Hugh Whitaker op drums. Na een korte periode in deze line-up werd Ted Key vervangen door Norman Cook op bas. Deze Norman Cook kennen we tegenwoordig beter onder de naam Fatboy Slim. In deze bezetting werd het eerste album opgenomen en in 1986 uitgebracht: "London 0 - Hull 4". Na de release van dit album verliet drummer Whitaker de band en hij werd vervangen door Dave Hemingway. In deze samenstelling werd het tweede album opgenomen met de titel "The people who grinned themselves to death". Dit was tevens het laatste album.

Paul Heaton nam drummer Dave Hemingway en roadie Sean Welch mee en zo vormde hij met gitarist Dave Rotheray en drummer David Stead een nieuwe band The Beautiful South. Dave Hemingway nam (in plaats van drummen) samen met Heaton de leadvocalen voor zijn rekening. Op het debuutalbum (waarop de meest bekende hit "Song for whoever" staat) worden de vrouwelijke vocalen verzorgd door Briana Corrigan. Later zou zij toetreden tot de band, maar niet voor lang. De band wist nooit echt door te breken naar het grote publiek. Hitjes waren er wel en ook mocht de band als voorprogramma fungeren voor R.E.M. maar het duurde tot 1996 toen de BBC de genialiteit beaamde en de band genoeg airplay gaf om zelf grote concerten te geven. Zangeres Corrigan was inmiddels vervangen door Jacqui Abbott maar helaas duurde de roem van de band niet lang. Rond die tijd zag ik de band ook in een afgeladen Melkweg/Maxx. De zaal was zo afgeladen dat ik besloot om een rustig plekje te zoeken in de hoek bij de trap waar ik niks kon zien, maar in ieder geval kon genieten van het geluid. In 2000 na release van "Quench" stierf de band een stille dood en besloot Paul Heaton te gaan werken aan een solo-album.

De verrassing was dus groot dat er in 2003 een come-back kwam. Met opnieuw een nieuwe zangeres (Alison Wheeler) en een nieuw album kort daarna gevolgd door een cd met leuke coverversies (o.a. "You're the one that I want" en "Don't fear the reaper".) In 2007 viel toch uiteindelijk het doek. Al doken Hemigway, Stead en Wheeler wel weer in 2010 op onder de naam "The South" waarmee ze alle klassiekers spelen. Paul Heaton doet nu weer live optredens met Jacqui Abbott (ze hebben ook samen een album uit) en woont inmiddels in Manchester en dat is waarom ik dit verhaal met jullie wil delen.


In december 2012 bezocht ik namelijk met een aantal vrienden de stad Manchester voor een duel Manchester United-Sunderland. Na de wedstrijd dronken we wat in een pub om daarna in te checken in het hotel. Na deze incheck zochten we een pub in Manchester die dichtbij het hotel lag om nog wat na te drinken. Het werd the Kings Arms in Salford. Een leuke gezellige pub met lekker bier (de band Elbow heeft haar eigen ale en deze schonken ze daar van de tap) en lekkere muziek. Het viel mij toen wel al op dat er drie keer op één avond the Housemartins gedraaid werd, maar verder geen bijzonderheden. We zaten lekker met een groepje aan de tafel te lachen en te praten. Er liepen veel mensen in- en uit en een aantal ging ook in de gang een trap op naar boven. Aan het eind van de avond besloten we het hotel op te zoeken en liepen zo door de gang naar de buitendeur. We hoorden "live" muziek boven, dat hadden we eerder moeten weten. Maar verstandig als wij zijn gingen we naar het hotel.

De volgende dag hadden we een muziek-tour. Craig Gill (drummer van the Inspiral Carpets) nam ons mee op een prachtige en onvergetelijke muzikale tour door Manchester. Langs de Hacienda, Factory records, oefenruimtes van Oasis, Salford Lads club, de beroemde Joy Division brug en het graf van Tony Wilson. Hij vroeg ons wat we de dag ervoor gedaan hadden waarop we onze voetbalervaring vertelden en dat we eindigden in een leuke pub met de naam Kings Arms. Dat vond hij een zeer goede keuze en was onder de indruk van onze muziek-kennis. "De eigenaar van deze pub is namelijk Paul Heaton. Boven de pub is een ruimte waar bands live kunnen spelen en hij speelt er zelf ook vaak live"....

Links:
Leuke clip the Housemartins - Happy hour (eerst irritante advertentie): http://www.youtube.com/watch?v=KfDoPEN7n5k
Leuke clip en tekst van Beautiful South - A little time: http://www.youtube.com/watch?v=ttuA1UEUAI0
Website van pub Kings Arms: http://www.kingsarmssalford.com/index.php?id=1
Manchester Music Tours: http://www.manchestermusictours.com/
(tip, als je ooit een keer naar Manchester gaat en meer wilt weten over de muziek historie (en die is heel groot) van de stad, bezoek dan bovenstaande website. Er zijn regelmatig tours waar je voor kunt inschrijven, maar het leukste is een private tour. Als je met een groepje gaat zeer betaalbaar en de moeite waard. Craig informeert vooraf naar je interesses en neemt je mee langs diverse muziek-historische plekken....

vrijdag 7 februari 2014

Talk Talk - Muziek om nooit te vergeten: Week 6

Het idee is om eerst de link aan te klikken (opent in een nieuw venster) en daarna het blog te lezen zodat je helemaal in de muziek zit.

Talk Talk - Inheritance
(klik hier voor de muziek)

De Britse band Talk Talk is vooral bekend van radio-vriendelijke hits als "It's my life" en "Such a shame". Niks mis mee hoor, en zeker lekkere nummers, maar de echte hoogtepunten wat mij betreft zijn gemaakt op de latere albums "Spirit of Eden" en "Laughing stock". Maar voordat het zover was eerst een overzichtje:

De band werd opgericht in 1981 en werden in de beginjaren vooral vergeleken met Duran Duran. Waarschijnlijk vooral omdat ze als voorprogramma fungeerden voor deze band. Het debuut album volgde in 1982, maar het grote succes kwam in 1984 met de release van het tweede album "It's my life". Van dit album werden vier singles uitgebracht die gek genoeg in veel landen hits werden, maar ze werden in de UK over het hoofd gezien. Ondertussen sleutelde Talk Talk aan het muziekgenre en van het elektronische debuut via de new wave van het tweede album werd het allemaal meer een combinatie van verschillende stijlen op het daarop volgende derde album "The colour of spring". Dit werd uiteindelijk het grootste succes van de band (top 10 in de UK en zelfs nummer 1 in NL) mede door de singles "Life's what you make it" en "Living in another world".

Het grote succes opende meer deuren want voor het daarop volgende album was een groter budget beschikbaar en kon Talk Talk nu ook wat meer eisen stellen tegenover de platenmaatschappij (EMI). Zo kregen ze de volledige vrijheid voor de opnames. De band nam hier ruim de tijd voor en er werden veel sessie-muzikanten ingehuurd. Dit alles resulteerde in een jazz/rock/klassiek en alternatief album dat de titel "Spirit of Eden" mee kreeg. De demo-cassette werd verstuurd naar EMI en daar was de reactie dat er grote twijfel was of dit album commercieel een succes zou worden. Daarop vroegen ze aan Mark Hollis of hij wat dingen kon her-schrijven of opnieuw wilde opnemen, maar Hollis weigerde. Enkele weken later kreeg EMI de masters en deze bleken onveranderd. EMI besloot alsnog om het album uit te brengen.

Dit was voor de band het moment om te proberen het lopende contract met EMI te beeindigen.Wat EMI weer weigerde. Dit resulteerde in een rechtzaak welke de band uiteindelijk won. Talk Talk moest nog één album uitbrengen voor EMI en dit werd een gebruikelijke Greatest hits ("Natural history") waarna ze onder contract kwamen bij Polydor.

De reacties op "Spirit of Eden" waren niet mild. Er waren 4 tracks te vinden op de CD waarvan het eerste nummer al 23.11 min. duurde en eigenlijk bestond uit 3 songs ("The rainbow", "Eden" en "Desire"). Het album viel niet te promoten en de band besloot ook niet op tour te gaan omdat het namelijk nooit "live" uit te voeren was. Volgens Hollis waren de nummers geschreven en opgenomen in een bepaalde sfeer en moment dat nooit meer opnieuw te bereiken was waardoor het hele nummer verkeerd over zou komen. EMI probeerde nog een track op single uit te brengen (van "I believe in you" werd een radio-edit gemaakt), maar dit nummer kwam niet in de top 75 terecht.

Uiteindelijk bleek dat Talk Talk haar tijd ver vooruit was. Inmiddels is het album wel geaccepteerd en wordt het gezien als een klassieker in haar genre. Bands als Sigur Rós, Godspeed you black emperor, Elbow, Mogwai en Radiohead noemen het album als gevraagd wordt naar hun invloeden. Sigur Rós gebruikt het nog regelmatig als intro-muziek voor hun live optredens. Mocht je dus liefhebber zijn van één of meer van deze namen is het zeer de moeite om dit ook eens een luisterbeurt te geven. Mocht je geen liefhebber van die andere bands zijn maar deze CD toch willen proberen raad ik je aan om dit niet tijdens een gezellig diner of verjaardagsfeest te doen, maar op een donkere regenachtige avond met kaarslicht en een lekkere single malt whisky onder je neus.

Na "Spirit of Eden" kwam in 1991 nog het album "Laughing stock" uit. Deze ging nog een stapje verder dan "Spirit of Eden" met opnieuw lang uitgesponnen tracks. Ook dit is een pracht album gemaakt tijdens sessies met kaarslicht en wierook. Toch moeten beide albums niet gezien worden als "we doen maar wat-jam sessies" want perfectionist Mark Hollis had alles onder controle. Bassist Paul Webb had de band ook inmiddels verlaten waardoor drummer Lee Harris naast Hollis nog de enige twee bandleden waren. Maar grote credits dienen ook uit te gaan naar Mark Hollis' rechterhand Tim Friese-Greene die bijna alles samen schreven en mondharmonica speler Mark Feltham die al sinds "the Colour of Spring" aan boord was. Tevens een extra note voor (een toen nog bijna onbekende) violist Nigel Kennedy die een deel van de vioolpartijen voor zijn rekening neemt op "Spirit of Eden".

"Laughing stock" was ook gelijk het laatste album van Talk Talk. Mark Hollis kwam nog met een (ook zeer verdienstelijk) solo album en daarna bleef het stil. Bassist Paul Webb dook in 2002 op onder het pseudoniem Rustin man waaronder hij samen met Portishead zangeres Beth Gibbons de fantastische cd "Out of season" uitbracht. Daarna zocht hij zijn drum-maatje Lee Harris uit Talk Talk weer op om samen 3 albums uit te brengen onder de bandnaam O.Rang. Geheel in de stijl van het latere Talk Talk werk met veel gastmuzikanten, maar dan met invloeden uit andere muziekculturen waaronder reggae.

Als laatste wil ik nog kwijt dat er altijd van die standaard vragen zijn van "met welke beroemdheid zou je ooit wel eens een praatje willen maken onder het genot van een hapje en een drankje". Nou, laat alle mooie beroemde vrouwen maar opzij stappen voor Mark Hollis. Want dat lijkt me een enorm interessante man waarmee ik graag eens een boompje zou willen opzetten....

Links:
Het volledige album op You Tube (met korte irritante reclame ervoor): http://www.youtube.com/watch?v=g39-bDsOIw4
Talk Talk complete live show Montreux 1986 op You Tube (met korte irritante reclame ervoor): http://www.youtube.com/watch?v=dTOYdH6tdSQ
O.Rang: http://users.cybercity.dk/~bcc11425/orang/home2.html
Talk Talk hoes ontwerper James Marsh: http://www.jamesmarsh.com/