vrijdag 31 oktober 2014

Dropkick Murphys - Muziek om nooit te vergeten: Week 44

Het idee is om de link met de muziek aan te klikken (deze opent in een nieuw venster) waarna je tegelijk het verhaal eronder kunt lezen.

Dropkick Murphys - Which side are you on?
(klik hier voor de muziek)

Deze keer een verhaal over een band die je gewoon een keer live gezien moet hebben. De energie die in een live show zit is voelbaar voor het hele publiek en daarom een absolute aanrader.

Dropkick Murphys werd opgericht in 1996 in Quincy, Massachusetts door bassist Ken Casey (nog het enige huidige bandlid), zanger Mike McColgan, gitarist Rick Barton en drummer Jeff Erna. De bandnaam komt van Dr. John "Dropkick" Murphy een professioneel worstelaar die de "Dropkick" als handelsmerk had. Na enkele EP's die uitgebracht werden op het Hellcat label volgde in 1998 de eerste volledige CD "Do or die" welke geproduceerd werd door Rancid's zanger/gitarist Lars Frederiksen.

Tijdens de tour in 1998 stapte zanger Mike McColgan uit de band. Over dit vertrek doen twee verhalen de rondte. Het ene is dat hij graag in de voetstappen van zijn oom wilde treden en daarom brandweerman wilde worden bij de  Boston Fire Departement (wat hij ook daadwerkelijk deed). Maar in tegenstelling daarop kwam er namens de band een persbericht naar buiten dat Mike uit de Dropkick Murphys was gezet omdat hij de muziek en principes van de band niet serieus nam. En dit terwijl de band steeds meer aandacht vroeg voor de teksten en de uitstraling waarin zij het opnamen voor de minder bedeelden in de maatschappij. Mike werd opgevolgd door Al Barr (ex-the Bruisers) die inzag dat de band inmiddels erg groot aan het worden was en graag de overstap maakte.

Zo ging de band de studio in voor het tweede album "The gang's all here". Een meer street-punk album en ook meer Ierse invloeden dan het debuut. Er volgde opnieuw een uitgebreide tour, want live spelen is nou eenmaal het handelsmerk van de Dropkick Murphys. Opnieuw werd samen gespeeld met the Business en er werd ook gezamelijk een split-single opgenomen. Toch liep het niet meer lekker tussen Casey en gitarist Barton. En dat is zachtjes uitgedrukt want in een later interview zei Barton dat ze in die tijd elkaar zelfs haatten. Barton stapte tijdens de opnames van het derde album uit de band. Er kwamen vier (!) nieuwe leden bij. Twee gitaristen (James Lynch en de 17-jarige Marc Orrell die ook accordeon kan spelen), een mandoline/tin-whistle speler (Ryan Foltz) en een full time doedelzak speler (Robbie "Spicy McHaggis Mederios", vernoemd naar een menu bij de Schotse McDonalds). Dit gaf de richting die de band op wilde gaan wel goed weer. Het resulteerde in het album "Sing loud. sing proud!" met veel Ierse invloeden (o.a. een samenwerking met Shane MacGowan en covers van Irish traditionals "Rocky road to Dublin" en "The wild rover").

Ook op dit album het nummer uit de link "Which side are you on". Dit nummer werd al in 1931 geschreven door Florence Reece, de vrouw van Sam Reece, een vakbondsleider voor de mijnwerkers in Kentucky. In die tijd zaten de uitgebuitte mijnwerkers totaal niet op dezelfde lijn als de eigenaren van de mijnen. De lokale sheriff (ingehuurd door de mijn eigenaren) besloot om het huis van de Reece family binnen te laten vallen en hiermee een einde te maken aan de problemen. Sam Reece was echter al gevlucht omdat hij het aan zag komen. Zijn vrouw en kinderen werden wel flink aangepakt in hun eigen huis. Dezelfde avond schreef Florence Reece het nummer wat later ook werd uitgevoerd door o.a. Pete Seeger, Deacon Blue en Billy Bragg die er een iets andere tekst op maakte gebaseerd op de Engelse mijnwerkers staking (zie het Billy Bragg blog van week 2).

Na dit album volgde de grootste tour die de band ooit gedaan had. In juni 2001 deden ze de Melkweg in Amsterdam aan en die was afgeladen vol. Twee support acts openden (waarvan de eerste een Japanse meiden-punk band was die geen woord Engels spraken) waarop het publiek een beetje laf reageerde. Het leek erop dat het geen bijzondere avond zou worden. Tot de intro-tape van de Dropkick Murphys werd gestart. Billy Bragg's "Power in a union" schalde door de speakers en nadat dit hele nummer was geweest stormden de bandleden het podium op, knalden "For Boston" eruit en het bier vloog door de lucht. Vanaf dat moment heb ik niemand meer stil zien staan. De hele zaal deinde op en neer en allemaal vrolijke gezichten om mij heen. Op het podium hetzelfde. Het was een komen en gaan van stagedivers en bij "Kiss me I'm sh#tfaced" werden alle (en dan bedoel ik ook echt ALLE) dames uit de zaal het podium opgeroepen (zie voorbeeld in een video bij de links). Het was één grote maar ook prettige chaos. Na een intensieve show gingen de zaallichten aan en de damp-druppels kwamen echt letterlijk van het plafond naar beneden. Zo had zowel de band als het publiek zich gegeven.

Na de tour (waarin ook een live album werd opgenomen tijdens het St. Patrick's day weekend in thuisstad Boston) bleek dat opnieuw wat leden zouden vertrekken. McHaggis vertrok (vervangen door Canadees Scruffy Wallace) en Ryan Folz werd vervangen door multi-instrumentalist Tim Brennan. Dat al deze ex-bandleden elkaar toch nog steeds een warm hart toedragen blijkt in het feit dat oud-zanger Mike McColgan samen met oud-drummer Jeff Erna een nieuwe band was begonnen en hierop de hulp van Ken Casey inriep voor zang en productie. Het werd minimale hulp omdat Casey te druk was met de DKM.

Het album dat volgde was "Blackout" met daarop een fans-favourite en traditional "Fields of Athenry". Ook hierop het nummer "Time to go" en ode aan de ijshockey-ploeg Boston Bruins en prompt werd de band gevraagd voor een optreden in de pauze tijdens een wedstrijd en werd het nummer gebruikt voor de EA-sports game NHL 2005. Op het daarop volgende album "The warrior's code" stond een re-make van het nummer "I'm shipping up to Boston" waarop de band teksten gebruikte uit een gedicht van (daar is hij weer) Woody Guthrie welke gevonden werd in zijn archieven. Hierdoor kan ik wel zeggen dat Woody Guthrie een beetje de rode draad is geworden in mijn wekelijkse blog en dat deze man dus van enorme waarde is geweest voor mijn muzikale invloeden. Dit nummer is o.a. ook gebruikt in een aflevering van the Simpsons (the Debarted, aangezien dit ook gebruikt is in de Scorsese's film the Departed), bij de Boston Red Sox honkbal wedstrijden maar ook als het Ierse nationale rugby team thuis speelt is dit het nummer dat direct ingestart wordt na het volkslied.

Zo lijkt het voor de niet-muziekkenner dat het geen grote band is, maar de echte muziekliefhebber weet wel beter. Als ik ook nog eens noem dat de band door de grote meneer Bruce Springsteen werd uitgenodigd om hem tijdens een live concert in Boston op het podium bij te staan en samen zijn "Glory days" en "American land" te spelen (en gitarist Tim Brennan gelijk on stage zijn vriendin ten huwelijk vroeg waarop Bruce voor hen "So young and in love" speelde) dan geeft dat de grootte van de band in de USA wel aardig weer. Springsteen speelde zelfs mee op het Dropkick Murphys album uit 2011 "Going out in style".

Kortom, een band die absoluut in deze inmiddels prachtige rij van "muziek om nooit te vergeten" thuis hoort. Al moet ik wel eerlijk bekennen dat die avond in juni 2001 in de Melkweg wel van enorme invloed is geweest op mijn beeld van deze band. Want de energie, plezier en kracht die die avond uitstraalde is een kenmerk voor deze band die ze voor mij nóg groter maakt dan ze nu al zijn.

Links:
Official website:http://www.dropkickmurphys.com/
Girls on stage live video: https://www.youtube.com/watch?v=vCISi5cRZyc
I'm shipping up to Boston (feat. Bruce Springsteen): https://www.youtube.com/watch?v=a7QsVPYWQFE
Full concert: https://www.youtube.com/watch?v=LZLKcQZddIw

vrijdag 24 oktober 2014

The Cult - Muziek om nooit te vergeten: Week 43

Het idee is om de link die onder de artiest en titel staan aan te klikken (deze opent in een nieuw venster) en dan tegelijk met het afspelen van de muziek onderstaand verhaal te lezen zodat je beide tegelijk in je op kunt nemen.

The Cult -Rain
(klik hier voor de muziek)

Soms heb je wel eens van die oude helden die je nog nooit gezien hebt (of al lange tijd niet meer gezien hebt) die alsnog (of wederom) in ons land komen waar je aan twijfelt of je dit nou wel moet doen. Ik heb dit vrij regelmatig en soms pakt dit niet goed uit (ik noem Big Country, Morrissey, the Stray Cats en zo ook enkele weken geleden met Fish) maar heel soms pakt dit juist verrassend uit (zoals bijvoorbeeld Thin Lizzy zonder Phil). Zo was het ook begin 2007 toen bekend werd dat the Cult met Ian Astbury en Billy Duffy zouden komen en dan ook nog eens in de Melkweg.

De eerste tekenen van leven van deze band zijn uit 1981 toen zanger Ian Astbury in Bradford een band oprichtte met de naam Southern Death Cult. De band kreeg een contract bij Beggars Banquet en tourde door de UK o.a. in het voorprogramma van Theatre of Hate waar Billy Duffy gitarist was. In februari 1983, zestien maanden na oprichting, gaf de band haar laatste concert in Manchester waarna Astbury contact zocht met Billy Duffy en samen met hem de band Death Cult startte. Jamie Stewart (bas) en Ray Mondo (drums) maakten de band compleet en na een debuut optreden in Oslo, Noorwegen (juli 1983) volgde een Europese tour en een EP. Drummer Mondo keerde terug naar zijn geboorteland Sierra Leone en hij werd vervangen door Nigel Preston (ook ex-Theatre of Hate). Vlak voordat de band een eerste TV-optreden had besloten zij de bandnaam in te korten tot the Cult omdat ze niet als gothic band gezien wilden worden.

Het debuutalbum "Dreamtime" kwam uit in 1984 en deze werd vooraf gegaan door de single "Spiritwalker" welke de nummer 1 positie haalde in de independent charts in Engeland. De band was niet vies van live optredens en een hele uitgebreide tour door Europa zorgde er mede voor dat het album dat eigenlijk alleen in de UK was uitgebracht uiteindelijk alsnog in zo'n 30 andere landen werd uitgebracht. In mei 1985 kwam de vierde single van de band uit en dit was "She sells sanctuary". Ondanks dat dit nu een klassieker is, behaalde het destijds slechts de 15e plek in de UK charts en in Nederland haalde het niet eens de top 40. Drummer Preston bleek inmiddels niet meer handelbaar binnen de band en hij werd vervangen door Big Country
drummer Mark Brzezicki die gelijk plaats nam in de videoclip voor "She sells sanctuary". In die tijd zat ik elke ochtend na het krantenlopen van 06.00 uur tot 07.00 uur voor de buis omdat de zender Music Box dan een uur lang lekkere muziek liet zien gepresenteerd door Gaz Top. Hij draaide alles wat ik geweldig vond en zo ook the Cult. Dus ik in de lokale platenzaak op zoek naar het album "Love". Najaar 1985 was ook de tijd dat de platenzaken naast de prachtige rijen met vinyl, ook een rijtje met een stuk of 30 - 40 cd's neerzetten. Dus ik was verrast dat ik daar ook the Cult met "Love" tussen zag staan. Nog verbaasder was ik toen ik de LP en de CD naast elkaar hield. Op de CD stonden namelijk twee "bonustracks" die niet op de LP stonden ("Judith" en "Little face"). Dat zorgde voor een enorme ontwikkeling: Na aanschaf van de CD gelijk door naar de elektronica-specialist voor de aanschaf van mijn eerste CD-speler. Van het album "Love" kwamen nog twee singles "Rain" en "Revolution" die ook in Nederland geen hits werden.

Na een uitgebreide wereld toernee waarbij drummer Les Warner (ex-Julian Lennon band) plek nam op de drumkruk, keerde de band terug in de studio met producer Steve Brown (die ook "Love" geproduceerd had). Ze namen twaalf nieuwe songs op maar de band was niet happy met het geluid en besloten om naar New York te gaan waar ze afspraken met Rick Rubin om de eerste single "Love removal machine" te produceren. Rubin wilde dat ze het nummer volledig opnieuw zouden opnemen, wat ook gebeurde en hij zorgde er zelfs voor dat daarna alle tracks welke waren opgenomen met Brown opnieuw opgenomen zouden worden onder zijn hoede. Hier was platenmaatschappij Beggars Banquet niet blij mee aangezien de kosten voor de opnames al gemaakt waren. Maar na het luisteren van de New York recordings gingen ze uiteindelijk toch akkoord en niet geheel onterecht want het album verkocht veel meer dan voorloper "Love". De eerdere bekend gemaakte titelalbum "Peace" werd ook gewijzigd in "Electric". Voor de tour hing Jamie Stewart in plaats van de bas een slaggitaar om en als bassist voor de tour werd Kid Chaos aangesteld. Voor de USA tour werd Guns n' Roses gebruikt als voorprogramma wat de status van de band op dat moment wel weergeeft.

Deze status zorgde ook voor enorme problemen. Zo sloopte de band tijdens een Australische tour voor 30.000 GBPounds aan instrumenten waardoor ze de Japanse tour moesten afzeggen aangezien geen enkel instrumenten-merk meer met ze in zee wilden gaan. Ook binnen de band liep het allemaal niet lekker. De bandleden spraken nauwelijks met elkaar. Na de tour besloot Kid Chaos om op te stappen en een eigen band te starten (Four Horsemen, voor Rick Rubin's Def American label), de band ontsloeg drummer Warner (die de band nog vele malen zou aanklagen voor dit ontslag en voor misgelopen royalties voor het "Electric" album) en verhuisden Astbury, Duffy en Stewart naar Los Angeles.

De opnames voor het volgende album "Sonic temple" werden in de winter van 1988/1989 gemaakt in Vancouver, Canada en het was een komen en gaan van drummers. Zo waren er o.a. Eric Singer (Kiss) en Mickey Curry (Bryan Adams) waarna laatstgenoemde uiteindelijk drummer werd op het album. Voor de tour van het album werd drummer Matt Sorum aangesteld (die later weer op zou duiken in Guns n' Roses en Velvet Revolver). De tour deed ook Nederland aan samen met Aerosmith. Ze kwamen in Ahoy' en ik weet dat ik enorm getwijfeld heb maar besloot om niet te gaan. De laatste (live) beelden die ik voorbij had zien komen waren niet dusdanig dat ik vertrouwen had in een goed concert. Astbury was meestal niet in "normale" staat en vloekte en tierde er flink op los. Ook vocaal haalde hij meestal niet het niveau dat bij hem paste waardoor ik afhaakte.

Ik ben de band daarna niet volledig uit het oog verloren, maar toch raakte ik ze een beetje kwijt. De volgende albums waren ook geen echte klassiekers. Voor het album "Ceremony" verschenen Astbury en Duffy zelfs op aparte tijdstippen van elkaar in de studio om hun opnames te voltooien. De band baarde weer opzien in 1992 toen het als afsluiter op Pinkpop stond. Ze wisten van geen ophouden en Astbury stond weer vloekend en scheldend met gebaren en bewegingen die lieten zien dat hij flink onder invloed was. Na enkele waarschuwingen dat de band echt moest stoppen omdat het afsluitende vuurwerk moest beginnen om geen problemen met de vergunningen te krijgen stormde Jan Smeets zelf het podium op om de stekkers midden tijdens een nummer eruit te trekken. In 1995 viel het doek en gingen de bandleden allemaal hun eigen weg. Astbury timmerde aan de weg met een solo-project en Billy Duffy probeerde samen met oud Alarm zanger Mike Peters een nieuw project op te starten.

In 1999 kwamen Duffy en Astbury toch weer bij elkaar wat resulteerde in een aantal manieren om weer geld te genereren rond the Cult. Er kwam een Best-of album uit en Beggars Banquet bracht een 6-CD box uit waarin ook het album "Peace" zat welke de eigenlijke eerste opnames van "Electric" bevatten. Verder allemaal b-kantjes en radio optredens. Hoe dan ook weer geld in het laatje. Het nieuwe album dat uitkwam "Beyond good and evil" bleek echter niet het verwachtte succes te halen. Aangezien Astbury een aanbieding kreeg om met the Doors bandleden Robbie Krieger en Ray Manzarek mee te touren in "the Doors 21st Century" viel de band weer uit elkaar. Het Doors project ging niet zonder slag of stoot mede door diverse rechtzaken van familieleden van Jim Morrison en oud drummer John Densmore waardoor de bandnaam wijzigde in "D21C" en later in "Riders on the storm".

In 2006 volgde er een nieuwe reünie. Deze reünie shows stonden positief bekend als lang uitgesponnen shows waarin er ook veel oude nummers werden gespeeld die lang niet meer voorbij waren gekomen. De reacties waren zelfs zo goed dat Astbury besloot om te stoppen met het "Riders on the storm" project om zich weer volledig op the Cult te storten. Op 17 juni 2007 deden ze dus de Melkweg aan en deze keer besloot ik om voor het eerst the Cult live te gaan bekijken. Ik was bang voor een teleurstelling, maar het bleek geheel onterecht. Ian Astbury en Billy Duffy stonden als herboren op het podium. Ze maakten zelfs gein met elkaar en genoten zichtbaar. Muzikaal stond het als een huis. Billy Duffy speelde als een jonge God en Ian was niet alleen vocaal zeer goed maar ook nog eens amikaal met het publiek en volkomen fris. Het werd een lange set met alle krakers, maar dus ook enkele "vergeten" songs en zelfs verzoekjes uit het publiek werden gehonoreerd. Er volgden ook nog twee albums ("Born into this" en "Choice of weapon") en een EP en nu is op de website te lezen dat er ook nu weer een nieuw album aan zit te komen. Nu moet ik zeggen dat ik ze niet dagelijks draai, maar als ze voorbij komen in mijn media-player denk ik altijd met een glimlach en een goed gevoel terug naar die avond in de Melkweg in 2007. De avond dat ik zag dat the Cult ouder en vooral wijzer is geworden.

Links:
Official website the Cult: http://thecult.us/main/
"Spiritwalker" live 2007: https://www.youtube.com/watch?v=Y5Nn1eWiTb0
"Nirvana" live 2007: https://www.youtube.com/watch?v=EqF4EBUbuzc
The Cult Live at the Lyceum 1984: https://www.youtube.com/watch?v=I1G1Z1_yjZA
Southern Death Cult Live 1983: https://www.youtube.com/watch?v=xkA8aPfCelc

vrijdag 17 oktober 2014

Luka Bloom - Muziek om nooit te vergeten: Week 42

Het idee is om de link die onder de artiest en titel staat aan te klikken (deze opent in een nieuw venster). Daarna kun je tegelijkertijd het verhaal lezen waardoor je zowel de muziek als het blog in je opneemt.

Luka Bloom - I need love
(klik hier voor de muziek)
(uit 2 meter sessies, de muziek begint na 1.25 min maar het stuk ervoor is ook een mooie inleiding)

Als muziekfragment hoor je nu Luka Bloom, maar eigenlijk wil ik het in dit blog over de gebroeders Christy en Barry Moore hebben (Luka Bloom heet eigenlijk Barry Moore). Deze twee Ierse broers hebben namelijk in de loop der jaren prachtige Ierse singer/songwriter songs gemaakt en ook de concerten van deze twee ras-muzikanten zijn altijd geweldig. Waar Luka echte luister-show's geeft waarbij zijn fantastische gitaargeluid tot uiting komt met zijn prachtige songs is het bij broer Christy meer een comedy show met muziek want hij vertelt veel smeuige en vaak ook hele grappige verhalen tussendoor en is niet te beroerd om ook het publiek erbij te betrekken.


Ik begin met de 10 jaar oudere Christy. Hij werd geboren in 1945 en verwierf eerst succes met de band Planxty. Na drie jaar met deze band actief te zijn geweest verkoos hij een solo-carriere waarbij hij wel vaak de hulp inriep van zijn oude bandmaatjes. De levensstijl van Christy bestond uit veel alcohol, vreemde slaaptijden, junkfood en veel reizen. Dit eiste flink wat van zijn lichaam wat resulteerde in diverse operaties en rust periodes. Ook was drank een vaak terugkerend item in zijn teksten, luister maar eens goed naar het geweldig grappige "Delerium tremens". Verder is Christy politiek zeer actief. Zijn teksten hebben een links-politiek karakter en de problemen in Ierland komen vaak naar voren. "Ride on" is misschien wel zijn meest bekende uitgebrachte nummer, al is deze geschreven door Jimmy MacCarthy.

Helaas speelt Christy niet vaak buiten zijn eigen Ierland. Ik was dus enorm blij dat hij in mei 2007 naar Amsterdam kwam. Ik zat op het moment dat de voorverkoop begon helemaal klaar achter mijn PC en dat was niet voor niks. We zaten op rij 1 en midden voor het podium. Het werd een hele leuke avond met veel verhalen. Ook was er een moment dat hij verzoekjes speelde en op mijn verzoek kwam "Joxer goes to Stuttgart" voorbij over het EK 1988 waarin Ierland met 1-0 won van Engeland en nog steeds staat de zaal op zijn kop als hij zingt: "until Ray Houghton got the ball and he stuck it in the net".


Over naar broer(tje) Barry oftewel Luka Bloom. Over hem valt meer te vertellen. Geboren in 1955 en met twee oudere broers en drie oudere zussen in Ierland werd de muziek met de paplepel ingegoten. Al op 14-jarige leeftijd mocht hij al mee met broer Christy om als voorprogramma te fungeren. Ook nam Christy enkele songs op van Barry die duidelijk een goede songschrijver was. In 1979 besloot hij om te verhuizen naar Groningen waar hij zijn tweede album "in Groningen" opnam en uitbracht. Ondertussen formeerde hij ook een band die Dublin wel als thuisbasis hield (Red Square). Na Groningen verkaste hij in 1987 naar Washington DC en later naar New York. Ook besloot hij rond die tijd om de artiestennaam Luka Bloom aan te meten. Luka kwam van het liedje van Suzanne Vega en Bloom was een hoofdpersoon in het boek Ulysses.

Het debuut onder zijn nieuwe naam kwam uit in 1990 (een eerder album uit 1988 werd teruggetrokken) en was geheel opgenomen in New York. Maar toch bleef Ierland trekken en voor zijn volgende album "The acoustic motorbike" (1992) ging hij terug naar Dublin. Op dit album staan ook twee covers waaronder "I need love" welke eerder bekend werd gemaakt door rapper LL Cool J. Ondanks de achtergrond van dit nummer weet Luka er een prachtige gitaarballad van te maken. Bij optredens legt hij uit dat hij in die tijd in Amerika niet kon begrijpen dat hij winkels binnenliep waar vrouwen werkten die Rap op hadden staan met al die over het algemeen vrouw-onvriendelijke teksten. Aangezien dit rap nummer iets anders was, besloot hij deze te verbouwen en op te nemen als eerbetoon aan de vrouw in haar algemeenheid.

Hierna volgden twee albums die heel Iers aandoen. "Turf" (1994) en "Salty heaven" 1998 werden ook allebei in Ierland opgenomen en hebben een Iers karakter (hij keerde in 1998 ook terug naar Ierland). In zowel 1996 als in 1998 zag ik hem in Paradiso. Beide keren wist hij mij te verbluffen met een echt prachtig live akoestisch gitaar geluid. Het schijnt dat hij in het begin van zijn carriere gewoon met zijn vingers speelde, maar dat een pees-ontsteking voor een soort van RSI zorgde waardoor hij genoodzaakt werd om te leren spelen met plectrum. Hij staat daar ook nog eens in zijn eentje en dan is het heel knap als je het publiek stil kan krijgen met mooie liedjes. Dat lukte hem zeer zeker. Een paar jaar later (6 maart 2001) zag ik hem ook nog in Leiden (Stadsgehoorzaal). Dit is wat meer een theater en dat kwam zijn performance niet ten goede (net iets té netjes). In 2000 volgde een leuk album met uitsluitend covers. Ook hier viel de aparte keuze op en hoe mooi je sommige liedjes kunt verbouwen naar akoestische juweeltjes ("Bad" van U2, "In between days" van the Cure, maar ook "Dancing Queen" van ABBA en "No surprises" van Radiohead).

De albums die daarna volgden kenden ook uitstapjes naar het voormalig Oostblok en andere world music regio's waardoor ik hem eerlijk gezegd een beetje kwijt raakte. Toch kon ik het niet laten om zijn DVD uit 2008 "The man is alive" aan te schaffen. Hierop een sfeervol optreden in Dublin, maar nog mooier zijn de opnames uit zijn eigen huis in Kildare waar je de rust en sereenheid proeft waar hij duidelijk door geinspireerd is. Als je dit ziet kun je je niet voorstellen wat hij ooit in New York gezocht heeft. Want rust en puurheid kan ik niet rijmen met New York, maar dit is eigenlijk wel het eerste waar ik aan denk als ik de naam Luka Bloom hoor.

Links:
Official website Luka Bloom: http://www.lukabloom.com/
Official website Christy Moore: http://www.christymoore.com/
Christy Moore & Shane MacGowan "A pair of brown eyes": https://www.youtube.com/watch?v=4dSGu9803LA
Luka Bloom live met band (full show): https://www.youtube.com/watch?v=5t-nzW9dkRM
Christy & Luka "The city of Chicago": https://www.youtube.com/watch?v=WxLTuzx82XM

vrijdag 10 oktober 2014

Band of Horses - Muziek om nooit te vergeten: Week 41

Het idee is om de link met het muziekfragment aan te klikken (welke opent in een nieuw venster) en dan gelijktijdig het verhaal eronder te lezen. Dan kun je beide in je opnemen.

Band of Horses - No one's gonna love you
(klik hier voor de muziek)

Een vrij nieuwe band waar ik erg van hou is Band of Horses. Ze werden in 2004 opgericht in Seattle door zanger/gitarist Ben Bridwell samen met bassist Chris Early en drummer Tim Meinig. Al snel werden ze uitgenodigd door de band Iron & Wine om mee te gaan als voorprogramma bij enkele shows. Hierdoor vroeg Bridwell zijn bandmaatje uit het reeds opgeheven Carissa's Wierd erbij en zo versterkte gitarist Mat Brooke de gelederen. Door deze mogelijkheid om met Iron & Wine te spelen leverde dit weer aandacht op van het Sub Pop label en er al snel werd er een EP ("Tour EP") uitgebracht.

Vervolgens kregen ze van Sub-Pop een akkoord om een echt debuutalbum te maken. Deze kwam in 2006 uit en kreeg de naam "Everything all the time" mee. Hierop nieuwe uitvoeringen van vijf nummers die ook op de "Tour EP" stonden aangevuld met vijf volledig nieuwe songs. Toch boterde het binnen de band niet tussen Bridwell en het duo Early/Meinig waarna de laatste twee uiteindelijk de band verlieten. De eerste single van het album werd "Funeral" welke door meerdere TV-programma's, videogames en films werd opgepakt als soundtrack. Ook kreeg de band een uitnodiging voor de TV-show van David Letterman. Maar ten tijde van dat optreden had ook Mat Brooke de band verlaten. Al ziet Brooke het zelf anders, hij werd gevraagd door Bridwell om in te vallen toen de band het druk kreeg met optredens in het Iron & Wine project. Aangezien ze vrienden waren, hielp hij Bridwell maar hij heeft zich nooit gezien als volwaardig bandlid. "Het was voor de volle 100% Ben's project, het ging allemaal erg snel".

Aangezien Bridwell uit South Carolina afkomstig was, besloot hij om voor de opnames van het tweede album de bands thuisbasis te verplaatsen naar South Carolina (voor de niet Amerika kenners, de afstand tussen Seattle in het Noord-Westen tot South Carolina in het Zuid-Oosten is 4500 km). Tevens was Bridwell druk met het zoeken naar de juiste formatie van de band. Voor de opnames van "Cease to begin" deed de band nog een tour en was dit nog geen echt vaste samenstelling, maar uiteindelijk werd het na de release en de daaropvolgende tour een zes-mans formatie met een vaste gitarist (Tyler Ramsey), toetsenist (Ryan Monroe), bassist (Bill Reynolds), drummer (Creighton Barrett) en nog een gitarist/bassist (Rob Hampton). Het album kwam in de Billboard charts en de band stond in Europa o.a. op Glastonbury en Roskilde. Meest bekende nummer op "Cease to begin" is de openingstrack "Is there a ghost". Dit nummer bevat slechts 14 woorden in de tekst. Op dit album staat ook het nummer uit de link "No one's gonna love you" dat in Denemarken zelfs op single werd uitgebracht en de 22e plaats haalde. Het nummer werd ook in 2010 gecovered door Cee Lo Green op zijn album "The lady killer" wat Band of Horses weer inspireerde om Cee Lo Green's "Georgia" te coveren als eerbetoon aan Bridwell's favoriete American Football team "Georgia Bulldogs".

Direct na de tour duikt de band de studio weer in voor de opvolger "Infinite arms". Rob Hampton had de band ook inmiddels verlaten. Na de release in mei 2010 speelde de band drie nummers in het BBC TV programma "...Later with Jools Holland" wat ervoor zorgde dat alle drie de albums van de band opdoken in de Britse albumlijsten. Een grote tour volgde en alle festivals werden aangedaan (waaronder Lowlands). Tevens stonden ze in het voorprogramma van Pearl Jam tijdens een Amerikaanse tour. De tour was zo uitgebreid dat de band in 2011 nog niet klaar was en twee dagen voor ze op Pinkpop 2011 stonden besloot ik om een avondje op-en-neer te rijden naar Groningen waar de band speelde in de Oosterpoort. Ondanks de voor ons Nederlanders flinke afstand voor een "concertje" (bijna 2,5 uur heen en na het concert weer 2,5 uur terug) is dit zo een moment waar ik absoluut geen spijt van heb. Groningen is namelijk gewoon een hele leuke stad (kwam ik achter). Peur en ik waren al vroeg vertrokken en liepen ook nog even de stad door. We kwamen zelfs ik een geweldige piepkleine Irish pub uit (eigenlijk meer een omgebouwde woonkamer) genaamd O'Ceallaigh , maar het ademde een fantastische sfeer uit. Helaas moest ik nog terug rijden dus moest ik de Guinness voorbij laten gaan, maar Peur genoot dubbel op. In de avond stond er een fanatieke Band of Horses op het podium die het publiek wilde overtuigen. De zaal was lekker vol maar (volgens mij) niet uitverkocht waardoor er een goede sfeer hing en er een aangename ruimte om je heen was. Komt ook nog eens bij dat dit een concertzaal is die gemaakt is om muziek in te maken wat het geluid zeer ten goede kwam. Het voorprogramma werd verzorgd door Band of Horses gitarist Tyler Ramsey die nummers van zijn solo-album speelde.

In september van 2012 volgde het vierde album "Mirage rock". Voor mijn gevoel is het wat stiller geworden rond de band en deze werd ook niet zo groot aangekondigd als de twee voorgaande albums. En eerlijk is eerlijk, hij is ook kwalitatief een stukje minder. Al is het nog wel een aangenaam album, maar de echte uitschieters die de voorgaande albums hadden ontbreken. Hoe dan ook, ze staan weer op mijn verlanglijstje dat mochten ze in het land zijn dat ik ze zeker ga bekijken...

Links:
Band of Horses official website: http://www.bandofhorses.com/home
"No one's gonna love you" live at Letterman: https://www.youtube.com/watch?v=JdyI6LSWgSA
"Is there a ghost" live at Letterman: https://www.youtube.com/watch?v=O0p34ZfZkH0
"The funeral" live at Oosterpoort Groningen: https://www.youtube.com/watch?v=5OVGfJazcMU
Full Rock Palast show 2010: https://www.youtube.com/watch?v=RGbgn0wCcEE

vrijdag 3 oktober 2014

Oasis - Muziek om nooit te vergeten: Week 40

Het idee is om de link met het muziekfragment aan te klikken welke in een nieuw venster opent. Dan kun je gelijktijdig het blog eronder lezen zodat je beide in je op kunt nemen.

Oasis - Champagne supernova
(klik hier voor de muziek)

Vandaag kwam de inspiratie uit de 90's week van 3FM. Zo hoorde ik gisteren een verhaal over het nummer "Champagne supernova" van Oasis. Dit is al jaren één van mijn favoriete nummers van deze band, maar dit verhaal zorgde nog eens voor een extra dosis kippenvel. Je hoorde namelijk een interview met Noel Gallagher waarin hij vertelde dat de band tot tranen toe geroerd was nadat hij ze dit nummer had laten horen in de oefenruimte. Prachtig toch?

Oasis werd opgericht in Manchester in 1991. Op 18 augustus van datzelfde jaar hadden zij het allereerste optreden in the Boardwalk Club in Manchester. Op de foto zie je rechts de plek waar de legendarische club zat. Naast club was het ook oefenruimte voor diverse bands (aan de onderkant van de gevel was de ingang voor de oefenkelders). Liam's oudere broer Noel was roadie bij the Inspiral Carpets en hij kwam samen met de band kijken bij het optreden van zijn broertje. Hij was niet echt onder de indruk, maar zag wel kansen om eens bij de band aan te kloppen met een flink aantal songs die hij al geschreven had.

Zo geschiedde, hij maakte zijn entree in de band en ineens ging het hard. Er werd vooral veel opgetreden en een cassette demo gemaakt. Maar de uiteindelijke ontdekking kwam door een optreden in Glasgow waar platenbaas Alan McGee eigenlijk kwam kijken naar een eigen band, maar onder de indruk was van de openingsact Oasis. Zo tekenden ze bij zijn Creation Records in 1993 waarna in 1994 het recordverkopende debuutalbum "Definitely maybe" (onder de Sony vlag voor de rest van de wereld) uit kwam. Het werd het best verkopende debuutalbum in Engeland.

Na de wisseling van drummer (die niet meer met de broertjes samen wilde werken), de eerste nummer één hit in Engeland ("Some might say") en het legendarische duel waarin zowel Oasis als Blur een nieuwe single uitbrachten op dezelfde dag, kwam het tweede album: "What's the story, morning glory". Op dit album (waar geen enkel fout nummer op staat trouwens) staat ook het nummer "Champagne supernova" wat je nu (als het goed is) hoort. Het is het laatste nummer van de CD en naast Oasis speelt Paul Weller mee als lead-gitarist en achtergrond zanger. Tekstueel gezien is Noel altijd duidelijk geweest dat hij nog nooit zo psychedelisch was als bij het schrijven van de tekst van dit nummer. Er werd wel eens aan hem gevraagd: "Slowly walking down the hall, faster than a cannonball, what does that mean?" waarop hij antwoordde: "I don't fucking know. But are you telling me that when you've got 60.000 people singing it, they don't know what it means? It means something different to every one of them" en dat is zo waar. Maar dat geldt eigenlijk voor elke tekst. Iedereen wil altijd maar weten waar het over gaat. Maar dat is helemaal niet belangrijk. Het is belangrijk wat het voor jou betekent!



Het verdere verloop van de band is wel bekend dus daar ga ik geen woorden over vuil maken. Gelukkig heb ik de band nog wel live kunnen zien in 2009 in die afschuwelijke Heineken Music Hall wat er mede de oorzaak van is dat dit voor mij geen enorm hoogtepunt is geweest. Want ze speelden wel al mijn favoriete nummers ("The masterplan", "The importance of being idle" en "Champagne supernova"). Inmiddels hebben de broertjes beide hun eigen band (Beady Eye en Noel Gallagher's High Flying Birds). Maar uiteindelijk gaat dit blog over "Champagne supernova" dus dat verhaal houdt hier ook op. Ik wil nog wel even de cirkel rond maken.

Op 16 december 2012 was ik met een stel vrienden in Manchester. We hadden daar een privé rondleiding van 6 uur door de stad geboekt welke werd geleid door de drummer van the Inspiral Carpets: Craig Gill. Een absolute must voor elke muziekliefhebber die Manchester bezoekt. Ik heb dit al eerder benoemd in het Housemartins Blog uit week 7, maar ook voor dit verhaal is het opnieuw relevant. Hij nam ons mee langs vele muzikale hoogte- en dieptepunten in de stad Manchester. Zo zagen we dus de plek waar de legendarische Hacienda club zat, het kantoor van Factory records, de club waar Oasis haar eerste optreden had waar hij dus aanwezig was, the Salford Lads club waar de Hollies (omdat Graham Nash, van later Crosby, Stills, Nash & Young, lid was) hun oefenruimte hadden (en ook op de hoes afgebeeld staat van het album "The Queen is dead" van the Smiths en ook in clips van de band is gebruikt), de brug waar Joy Division hun beroemde foto maakten en niet te vergeten the Free Trade Hall, waar geschiedenis werd geschreven omdat daar bij een optreden van the Sex Pistols Tony Wilson aanwezig was en daar de basis legde voor de hele Madchester scene in the nineties.

Maar waar ik naar toe wil is Craig Gill. Hij was dus drummer van the Inspiral Carpets en toen Liam Gallagher zich bij de overige eerste Oasis bandleden (Paul McGuigan, Paul "Bonehead" Arthurs en Tony McCarrol) voegde, heette deze band nog The Rain. Maar nadat Liam een tourposter had gezien van the Inspiral Carpets met een optreden in Oasis Leisure Centre in Swindon, vond hij dat de bandnaam veranderd moest worden...

Links:
Oasis official website: http://www.oasisinet.com/#!/home
Beady Eye official website: http://www.beadyeyemusic.com/
Noel Gallagher official website: http://www.noelgallagher.com/
Manchester Music Tours by Craig Gill website: http://www.manchestermusictours.com/