donderdag 30 januari 2014

Thin Lizzy - Muziek om nooit te vergeten: Week 5


Het idee is om eerst de link aan te klikken (opent in een nieuw venster) en met de muziek op de achtergrond het blog te lezen zodat je het helemaal in je opneemt.

Thin Lizzy - Róisín dubh (Black rose) - A rock legend
(klik hier voor de muziek link - album versie)

Nog zo iemand waar veel over te vertellen valt is Phil Lynott (1949-1986), zanger/bassist van de band Thin Lizzy. Geboren in West Bromwich England uit een Ierse moeder en een Guyaanse vader. Zij waren slechts een paar maanden bij elkaar toen moeder Philomena zwanger bleek te zijn. Hun relatie duurde slechts twee jaar en daarna verhuisde moeder en zoon naar Manchester. Uiteindelijk werd Phil vanaf zijn vierde jaar opgevoed door zijn oma Sarah in Dublin aangezien zijn moeder het te druk kreeg met haar eigen hotel dat ze samen had met haar nieuwe partner.

In 1969 na in een aantal andere (veelal cover) bandjes gespeeld te hebben en nadat hij zich zelfverzekerd genoeg voelde om de bas ter hand te nemen, werd Thin Lizzy opgericht. De doorbraak kwam in 1972 tijdens de UK tour waar ze het voorprogramma van Slade mochten verzorgen en zo scoorden ze na het uitbrengen van de single "Whiskey in the jar" in 1973 hun eerste top 10 hit.

De band wijzigde nogal eens van leden en voor de opnames van het album "Black rose" (1979) was er een nieuwe gitarist aan boord: de in Belfast geboren Gary Moore waarmee Lynott in 1968 ook al in een beginnend bandje had gezeten. Gary Moore had ook al een aantal keren als invaller gespeeld in Thin Lizzy maar nu was hij als vast bandlid aangenomen. Het gaf het album een meer bluesy en gevoelig geluid. Dit resulteerde in een top 2 notering voor het album.

De titeltrack (uit de link) is een verzameling van vier Ierse klassiekers ("Shenandoah", "Will you go lassie go", "Danny boy" en "The mason's apron") welke door Lynott en Moore opnieuw gearrangeerd zijn en samengesmolten tot 1 geheel door middel van een prachtige voor Thin Lizzy karakteristieke twin-solo.

Thin Lizzy groeide door en werd een grote stadion-act. Totdat Lynott in 1980 zijn eerste solo-album uitbracht en hiermee het verval van Thin Lizzy inzette. De Lizzy albums scoorden geen grote noteringen meer. De bandleden (en Phil zelf ook) kampten met drugs en alcohol verslavingen en het in 1983 uitgebrachte album "Thunder and lightning" wordt zelfs gezien als een heavy metal album. Op 4 september 1983 kort na een Japanse tour gaf de band haar laatste optreden in Nurnberg Duitsland.

Op 4 januari 1986 overleed Phil Lynott in een ziekenhuis in Salisbury. Een combinatie van zijn drugsgebruik, longproblemen werd hem fataal. Een aantal weken voor zijn dood had Phil nog met Brian Downey gesproken over het opnieuw bij elkaar brengen van Thin Lizzy, maar dit mocht niet zo zijn.

In 1996 besloot John Sykes contact te zoeken met Brian Downey, Scott Gorham en Darren Wharton om weer te touren als Thin Lizzy. Als bassist werd Marco Mendoza aangesteld en John Sykes nam de lead-vocalen op zich. Uiteraard ging dit niet zonder slag of stoot en de kritieken waren niet mals omdat de band de naam Thin Lizzy gebruikte terwijl Phil ontbrak. Maar de band speelde uitsluitend Thin Lizzy klassiekers en kwam niet met nieuw materiaal.

Ze deden ook Nederland aan en ik besloot na lang twijfelen (ook ik vond dat de naam Thin Lizzy heilig was maar alleen met Phil Lynott erin) om in 1999 naar de Kade in Zaandam te gaan (Drummer Brian Downey was inmiddels vervangen door Tommy Aldridge omdat Downey het touren niet aan kon). En (eerlijk is eerlijk) ik was overdonderd. De band speelde fris met veel plezier en Marco Mendoza hield zich verstandig op de achtergrond als vervanger van Phil. De stem van John Sykes was prima, soms zelf lijkend op Phil en alle krakers kwamen voorbij. Als allerlaatste in de toegift werd "Róisín dubh" gespeeld. Kippenvel.

De ochtend na het concert vroeg mijn vrouw Lenneke aan de ontbijttafel hoe het concert was. Ik vertelde haar dat ik totaal verrast was en het fantastisch vond. 's Avonds zette ik nog even om na te genieten de cd "Black rose" op met het titelnummer. Ik vertelde haar dat dit nummer mij kippenvel had bezorgd en dat ze het even moest horen. Daarop zei ze: "Oh, maar deze heb ik de hele nacht gehoord hoor, je lag dit in je slaap de hele tijd naast me te neurien..."

Links:
Thin Lizzy official: http://www.thinlizzy.org/
Róisín dubh trust: http://www.roisindubh.org/

vrijdag 24 januari 2014

John Mellencamp - Muziek om nooit te vergeten: Week 4

Het idee is om de link te openen en tijdens het afspelen het blog te lezen. Alhoewel dit een prachtig filmpje is ook, dus je mag hem ook best twee keer afspelen ;-)

John Mellencamp - Jackie Brown (live version)
klik hier voor de video/muziek

Dit kan wel eens een lange blog worden want een artiest die al flink wat jaren meegaat en waar veel over te vertellen valt is John Mellencamp. Geboren in 1951 en opgegroeid in de staat Indiana. Hij begon met muziek maken in zijn eerste lokale bandje toen hij 14 jaar was en al snel bleek dat hij verder wilde in de muziek. Er kwam echter een kink in de kabel want vlak na zijn afstuderen in december 1970 werd hij vader van een dochter en besloten John en zijn vriendin rond te zwerven (extra detail is dat diezelfde dochter ook moeder werd op haar 19e waardoor John opa was op zijn 37e).

De vlucht bracht hem o.a. naar New York waar hij in contact kwam met manager Tony DeFries. Die zorgde ervoor dat hij in 1976 zijn eerste plaat kon uitbrengen "The Chestnut street incident", maar alleen als hij als stagenaam Johnny Cougar zou aannemen. Dit eerste album was een verzameling van eigen werk met covers (the Doors, Roy Orbison).
Daarna volgden nog enkele albums die nog niet echt voor een doorbraak zorgde tot hij in 1982 het album American Fool uitbracht met daarop "Jack and Diane" (no.1 in de USA) en "Hurts so good" (no. 2 in de USA). Voor deze doorbraak heeft John enorm veel te danken aan gitarist Mick Ronson (David Bowie) die gitaar en backing vocals doet op Jack and Diane en nog twee andere nummers van het album. Het daarop volgende album was "Uh-uh" waarop het nummer "Pink houses" staat. In 2008 dacht Senator John McCain dat het wel een goede zet zou zijn om dit nummer te gebruiken voor zijn campagne. Mellencamp zelf nam contact op met de campagne-leider waarin hij vroeg of zij voor dit nummer wilden terugtrekken aangezien John een volger is van de progressieve kant van de Republican Party.

Nu de doorbraak daar was, kon de naam Mellencamp er weer achter. De band was inmiddels ook stabiel geworden waardoor er een eigen meer folk gericht geluid gecreëerd werd. De teksten werden ook meer maatschappij kritisch aangezien hij opgegroeid was in een gebied waar de agrarische sector groot was, maar waar door de vernieuwingen ook de armoede inmiddels om de hoek kwam kijken. Hierdoor nam hij het in zijn teksten altijd op voor de hard-werkende (landbouw) boeren, maar ook voor de slachtoffers van de steeds strenger wordende regels, uitsluitend mega-landbouw-boeren met veel geld en veel machines die de boel overnamen en het daardoor grote aantal werkelozen bij de kleine landbouwers. In 1985 organiseerde hij samen met Willie Nelson een festival met de titel Farm-Aid. Dit festival is tot op de dag van vandaag een jaarlijks terugkerend evenement waar geld in wordt gezameld voor de boeren.


De wereldwijde doorbraak kwam in 1987 met het album "The lonesome jubilee" waarop de nummers "Paper in fire" en "Cherry bomb" staan. Een wereldtour volgde en dit was toch echt niet helemaal de bedoeling. John kreeg een terugslag, scheidde van zijn tweede vrouw Vicki en kwam met een volgende album: het persoonlijke "Big daddy" waarop de originele versie staat van het hier te horen nummer Jackie Brown. Ook ging hij zich meer toeleggen op schilderen en daarom zag hij af van een tour na "Big daddy".



De albums die daarna volgden zouden alleen nog maar de naam John Mellencamp meekrijgen. Cougar was volledig verleden tijd. In 1992 zag ik John voor de tweede keer live. Opnieuw in Den Haag (het Congresgebouw is de enige zaal in NL waar hij wil spelen vanwege de geweldige akoestiek). En opnieuw zorgde hij voor een aparte verrassing. Hij had namelijk een goochelaar in het voorprogramma. Op 8 augustus 1994 tijdens een show in New York moest John halverwege afhaken met een hartaanval. Eind jaren '80 had hij alle drank en drugs al vaarwel gezegd, maar een levensstijl van 80 sigaretten per dag en patat met een steak na elke show eiste uiteindelijk haar tol.

Dit zorgde ervoor dat er nog wel albums van John uit zouden komen, en er korte tours volgden in de USA, maar de oversteek naar Europa zat er niet meer in. De bandbezetting was inmiddels ook gewijzigd en John maakte meer gebruik van sessie muzikanten. Al deze dingen zette John aan het denken en hij besloot vooral weer om te genieten. Zo deed hij enkele gratis akoestische concerten (met hemzelf op gitaar begeleid door een viool en accordeon) gewoon in de buitenlucht. Geen merchandising, geen drankverkoop maar uitsluitend de muziek zoals het hoort te zijn. Dit werd gevolgd door een album "Trouble no more" in 2003. Hierop uitsluitend covers van folk en blues helden als Robert Johnson, Hoagie Carmichael en Lucinda Williams. Terug naar de roots van de muziek.

Dit bleek uiteindelijk allemaal een voorbereiding op een prachtig project wat afgerond werd met de release van het album "No better than this" in 2010. Dit album is volledig opgenomen tijdens een tour door de USA. Elk nummer opgenomen op een historische lokatie. Zo werd er opgenomen in de First African Baptist Church in Georgia, maar ook in het Sheran Gunter Hotel waar Robert Johnson zijn opnames maakte.
Uiteraard werd er ook opgenomen in the legendarische Sun Studio's van Sam Phillips. John probeerde op elke lokatie zoveel mogelijk dezelfde apparatuur te gebruiken als destijds. Dus in de bewuste Hotelkamer 414 waar Robert Johnson ook zat in 1936. Het ging zelfs zo ver dat bij de opnames in de Sun Studio's er met tape markeringen op de vloer waren gemaakt waar Johnny Cash en Elvis zelf stonden, maar ook waar hun apparatuur stond tijdens de opnames. Dit project was zo uniek dat John besloot om weer de oversteek te maken naar Europa en zo gebeurde het dat hij na 19 jaar op 26 juni 2011 opnieuw in Den Haag stond. Dit keer met als voorprogramma een film. Dit waren filmopnames van de "No better than this" recordings. Zo zag je hoe puur en prachtig dit project was. Na de film liet John zien hoe live muziek gemaakt dient te worden. Puur, eerlijk en vooral met veel plezier.

Even terugkomend op de track Jackie Brown. Voor mij is dit het ultieme Mellencamp nummer, maar hij heeft natuurlijk meer geweldige muziek gemaakt. In dit nummer zit alles waar hij voor staat. Pure muziek met een politieke gedachte. Jackie Brown was een arme man met een vrouw, dochter en een klein huis. Geen stromend water en bijna geen eten. Uiteindelijk pleegt Jackie zelfmoord omdat hij geen uitweg meer ziet. De buitenstaander schaamt zich alleen maar voor dit soort mensen, maar komt niet te hulp "But who gives a damn about Jackie Brown?".

Amen and amen Jackie Brown....

Links:
John Mellencamp officiele website: http://www.mellencamp.com/

Prachtig verslag van optreden in Den Haag 2011: http://www.thebluesalone.nl/2011/06/28/john-mellencamp-een-fenomenaal-vechtersbaasje/
Een overzicht van John's schilderijen: http://www.mellencamp.com/index.php?page=intphoto&ga=11

vrijdag 17 januari 2014

Electronic - Muziek om nooit te vergeten: Week 3



Het idee is om eerst de you tube link te openen en dan het verhaal te lezen zodat je gelijk hoort waar het over gaat. Ik weet dat er ook een videoclip van dit nummer is te vinden op you-tube, maar dat is dus de korte single-edit. Vandaar deze link.

Electronic - Get the message
(klik hier voor de muziek)

http://whatisplayinginmyitunes.files.wordpress.com/2012/06/electonic.jpegHet fenomeen "superband" is natuurlijk een bekend gegeven. Grote voorbeelden zijn Traveling Wilburys en Highway Men. Maar groot was de verrassing toen in december 1989 er een band tevoorschijn kwam met de naam Electronic. Grote man achter dit project was New Order gitarist/zanger Bernard Sumner (uiteraard voor New Order bekend uit Joy Division). Hij kon in New Order niet echt compleet zijn ei kwijt wat betreft de muzikale ideeën en zo besloot hij om een solo-album te maken. Deze kwam niet echt in zijn eentje van de grond dus zocht hij contact met ex-Smiths gitarist Johnny Marr. Deze haakte gelijk in en dat bleek een geniale zet.
De eerste single die uitgebracht werd (uiteraard op het Factory label van Tony Wilson) was "Getting away with it". Daarop kregen de twee medewerking van Neil Tennant en Chris Lowe van Pet Shop Boys. Daar zou het niet bij blijven, want drummer op deze track is David Palmer van ABC. De tekst is bedoelt als een parodie op de masochistische teksten van Morrissey, wat weer de ex-muzikale partner was van Johnny Marr. Een tour volgde in het voorprogramma van Depeche Mode en de toekomst zag er rooskleurig uit.

Maar het album was nog niet klaar. Dat zou nog een jaartje duren en de single die vlak daarvoor gelanceerd werd was het nummer uit het begeleidende you-tube fragment "Get the message". Hierin zijn Marr en Sumner op hun best. Johnny Marr schreef de muziek en Bernard Sumner zorgde voor de tekst. De samensmelting van de gitaarpartijen van the Smiths en de Keyboardpartijen van New Order is in dit nummer optimaal. De achtergrond vocalen worden verzorgd door de achtergrond zangeres van Primal Scream Denise Johnson. Het album "Electronic" volgde en zou een nummer 2 positie in de UK behalen.

In de jaren daarna bleef het lang stil. Het zou tot 1995 duren voor het volgende album "Raise the pressure". Ook hier zou weer een bekende naam opduiken. Aan dit album werkte namelijk Karl Bartos van Kraftwerk mee. Toch zou dit album het succes van het debuut album niet evenaren.

In 1999 volgde het derde en laatste album van het tweetal. Op "Twisted tenderness" staan zeker een aantal geweldige nummers ("Vivid" is bijvoorbeeld een heerlijke track) maar buiten de UK en Australië is dit album eigenlijk zo goed als vergeten.

Even terug naar dit nummer "Get the message". In een interview in 2007 liet Johnny Marr opschrijven dat dit het nummer is uit zijn hele carrière waar hij het meest trots op is.... Terecht?

Links:
On-officiele website: http://www.feeleverybeat.co.uk/
Johnny Marr website: http://www.johnny-marr.com/

donderdag 9 januari 2014

Billy Bragg - Muziek om nooit te vergeten: Week 2

Deel twee van mijn muzikale eerbetoon. Het idee is om onderstaande you tube link te openen en tijdens de muziek het verhaal te lezen om zo opgezogen te worden door de muziek.

WEEK 2:
BILLY BRAGG - ALL YOU FASCISTS BOUND TO LOSE
Klik hier voor de muziek

Billy Bragg (1957) is een muzikant die ook zeer politiek begaan is en zijn linkse gedachten laat doorschemeren in zijn teksten. In 1977 begon hij al in zijn eerste punkbandje maar al snel besloot hij om als solo-artiest door het leven te gaan. Ik wil een groot deel van zijn solo-carrière overslaan om uit te komen in 1992. In dat jaar namelijk kreeg Billy een uitnodiging van Nora Guthrie (inderdaad de dochter van Woody) nadat Nora Billy gezien had op een Woody Guthrie tribute in New York. Nora had namelijk op zolder nog meer dan 1000 teksten van haar vader liggen die hij geschreven had tussen 1939 en 1967 maar waar nooit muziek voor was gecomponeerd. Of Billy hier eens naar kon kijken.

Woody Guthrie (1912 - 1967) was ook een linkse activist, maar dan wel in een heel andere tijd. Dit was in Amerika van de jaren '30 en '40. In die tijd moesten ze helemaal niks van die linkse gedachten hebben en daarom was Woody constant op de vlucht. Ook was hij een anti-fascist en hij maakte dit kenbaar door een inscriptie op zijn gitaar. Dit was natuurlijk heel wat voor deze tijd en haast niet voor te stellen. Dit nummer "All you fascists bound to lose" is ook een groot voorbeeld hiervan. Het nummer is ook gecovered door Nina Hagen en the Selecter. Verder is Woody Guthrie vooral bekend van de klassieker "This land is your land" en zien Bob Dylan, Bruce Springsteen, John Mellencamp, Pete Seeger en Joe Strummer hem als een groot voorbeeld. Hij stierf veel te vroeg aan de ziekte van Huntington. Door deze ziekte kon hij de laatste jaren van zijn leven geen muziek meer maken. Maar teksten schrijven lukte nog wel waardoor er zoveel teksten zijn blijven liggen. Aangezien dit een erfelijke ziekte is, zijn vijf van zijn acht kinderen ook inmiddels overleden.

Billy zag al deze bijna verloren teksten voorbijkomen op de zolder van Nora en zag ook gelijk in dat het onmogelijk was om dit alleen te doen. Hij riep de hulp in van Jeff Tweedy van de Amerikaanse folk-rock band Wilco en dit resulteerde uiteindelijk in twee albums (1998-Mermaid Avenue en 2000-Mermaid Avenue II). Later kwam er ook nog een box uit met een derde cd met daarop de onuitgebrachte nummers die wel opgenomen waren (Mermaid Avenue-The complete sessions).

Ook op zijn meest recente album Tooth & Nail heeft Billy een nummer van Woody Guthrie opgenomen ("I ain't got no home"). Tijdens zijn concerten zorgt Billy Bragg altijd voor een aantal Woody anekdotes en daarbij een aantal nummers. Voor mij is altijd een hoogtepunt het nummer "All you fascists bound to lose". Niet te geloven dat iemand in die tijd zo'n tekst kon schrijven en het aandurfde om zo'n uitgesproken mening te verspreiden in een tijd waarin dit totaal niet op prijs werd gesteld.

Links:
Billy Bragg website: https://www.billybragg.co.uk/index.php
Woody Guthrie website: http://www.woodyguthrie.org/
Billy Bragg facebook: https://www.facebook.com/billybraggofficial

zaterdag 4 januari 2014

Ian McNabb - Muziek om nooit te vergeten: Week 1

Ik stuitte in de laatste dagen van 2013 op een site die elke dag een gastschrijver iets over een plaat liet schrijven waardoor er 365 nummers op kwamen die volgens de schrijvers van enorm belang zijn geweest voor de totale muzikale beleving van de betreffende schrijver. Nou vind ik 365 wel een beetje overdreven (en hier heb ik ook niet de tijd voor), maar vanaf vandaag zal ik proberen elke week een nummer te plaatsen met een bijbehorend verhaal. Dit kan achtergrond informatie over het liedje of de artiest zijn, maar ook iets wat ik zelf heb meegemaakt waardoor het nummer voor mij belangrijk is.

Het idee is om de link in you-tube te openen en daarna het blog te lezen met de muziek op de achtergrond zodat je het goed in je opneemt.

WEEK 1:
IAN MCNABB - FIRE INSIDE MY SOUL

klik hier voor de video 

Ian McNabb was in de jaren '80 bekend als zanger van the Icicle Works. Een band uit Liverpool die in Nederland vooral airplay kreeg bij de VARA met nummers als "Evangeline", "Love is a wonderful colour" en "Understanding Jane". Ik had altijd al een zwak voor deze band en kocht daarom ook, na het uiteenvallen van de band, het debuutalbum van Ian solo. Ik bleef Ian verder volgen en bleef zijn nummers luisteren tot hij in 1994 kwam met het geniale album "Head like a rock". Ian had nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij een groot fan was van Neil Young en daarom was het een droom voor hem dat voor een aantal nummers van dit album hij Crazy Horse als backing band had kunnen regelen. Dit haalde het beste in hem naar boven, met als absolute hoogtepunt dit nummer.

Later dat jaar zou Ian naar Nederland komen voor een optreden. In de kleine bovenzaal van Paradiso. Ik was laaiend enthousiast en kocht 3 kaarten in de voorverkoop. Op de dag zelf gingen we naar Amsterdam en daar aangekomen hing er een A4-tje op de deur dat het concert was afgelast. Wat een anti-climax. Ik liet het hier niet bij zitten want ik wilde toch graag deze held live zien. Dus de volgende dag zocht ik contact met het boekingskantoor. Zij wisten mij te vertellen dat het concert was afgelast wegens het "gebrek aan publieke belangstelling". Maar mocht Ian nog een keer naar Nederland komen dan zouden ze mij op de hoogte brengen.

Een jaar later ging ik in de Melkweg naar een concert van Mike Scott and the Waterboys. Mike kwam met een zelf samengestelde band naar Nederland. Mike en de band betraden het podium en ik was met stomheid geslagen want op bas stond daar.... Ian McNabb! Tijdens een moment van stilte tussen twee nummers in kon ik het niet laten om keihard "FIRE INSIDE MY SOUL" te schreeuwen. Ian moest lachen en draaide zich om naar zijn versterker om daar even aan wat knoppen te draaien. Hij voelde zich zichtbaar ongemakkelijk door deze herkenning terwijl het uiteindelijk om Mike Scott ging. Een aantal nummers later ging Mike de band voorstellen. "On bass ladies and gentlemen, someone in the crowd already recognised him.... mister Ian McNabb".

Later kwam ik op de BBC een prachtige documentaire over de man tegen. Ian was naast het toeren in kleine zaaltjes inmiddels ook over gegaan op het doen van "huiskamerconcerten". Een aantal dagen per jaar kon je Ian boeken voor een akoestisch optreden in je eigen huiskamer. Aan de ene kant triest om te zien dat hij dit nodig heeft, aan de andere kant na het zien van de docu prachtig om te zien dat hij altijd door zal blijven gaan en vooral geniet van het optreden. Of dit nou voor een volle zaal is of voor een select gezelschap. klik hier voor de video

In 2013 kwam Ian McNabb met een nieuw album. Deze kreeg de titel "Eclectic warrior" mee. Om deze man in deze moeilijke tijd voor muzikanten te steunen bestelde ik de cd direct op zijn eigen website. Groot was de verrassing dat deze enkele dagen later gesigneerd op mijn deurmat lag. Opnieuw een album waarop Ian in topvorm is. De energie spat ervan af. Nu ooit nog een keer een grote wens in vervulling laten gaan: Ian McNabb ooit eens live met eigen werk te zien spelen...al zal ik daar wel voor naar de UK moeten, want een huiskamerconcert in NL zit er helaas niet in.


Links:

Officiele website: http://www.ianmcnabb.com/
Facebook: https://www.facebook.com/ian.mcnabb.52